In deze zaak heeft de kinderrechter op 28 september 2020 een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige in de gelegenheid is gesteld haar mening kenbaar te maken. De ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] was eerder ingesteld bij beschikking van 22 oktober 2019 en zou aflopen op 22 oktober 2020. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor een jaar, omdat [voornaam minderjarige] een belast verleden heeft en in het verleden forse problematiek heeft vertoond. Sinds haar plaatsing bij De Beele in oktober 2019 laat zij echter een positieve ontwikkeling zien. De moeder van [voornaam minderjarige] heeft ingestemd met het verzoek van de GI, en samen hebben zij besloten dat het beter is als [voornaam minderjarige] niet meer thuis komt wonen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat een thuisplaatsing bij één van de ouders niet wenselijk is. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen tot 22 oktober 2021 en de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder eveneens te verlengen tot 22 oktober 2021. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. F. Aukema-Hartog, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 oktober 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.