Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE SCHIEDAM,
1..De procedure
- de dagvaarding van 20 augustus 2020, met producties;
- de producties van de Gemeente;
- de mondelinge behandeling gehouden op 7 september 2020;
- de pleitnota van De Heer;
- de pleitnota van de Gemeente.
2..De feiten
2.9 Definitieve gunning
De maaibeurten dienen in de navolgende periode te worden uitgevoerd:
Uitmaaien nat profiel van watergang.
Aangezien er maar één inschrijving is ontvangen, is het niet benodigd de bezwaartermijn in te laten gaan na dit schrijven. Dit betekent dat de gemeente met u de overeenkomst zal aangaan.
Watervoerend A + natte talud B alle vegetatie verwijderen”.
Naar aanleiding van ons telefoongesprek gisteren waarin we beide naar elkaar hebben uitgesproken dat we de komende jaren met elkaar verder willen achtte ik het wel van belang om vooruitlopend op een startoverleg een aantal zaken op te helderen. Naar aanleiding van mogelijke onduidelijkheden tav verschillende besteksposten voel ik de behoefte om de onderstaande verduidelijking met je te delen.”
Uitmaaien nat profiel van watergang” en naar de tekst bij “regiem” 1 in Bijlage B (5), waar staat “
het uitmaaien van de bodem (A) en het natte talud (B); alle vegetatie verwijderen aan beide zijden.”
Uitmaaien nat profiel van watergang.
- zij uit hoofde van de contractsvrijheid niet tot definitieve gunning hoefde over te gaan;
- het feit dat er maar één inschrijver was een geldige reden kan zijn om een aanbesteding in te trekken;
- de nieuwe inschrijfstaat van De Heer (met daarin een prijsverhoging van bijna 20%) een nieuwe, ongeoorloofde inschrijving was.
3..Het geschil
4..De beoordeling
maairegime” wel verwezen naar Bijlage B, waar onderscheid is gemaakt tussen onder meer het watervoerende deel A (de bodem) en de natte taluds B. In de tekst in Bijlage B staat bij “R
egiem 1” dan weer dat dat regime inhoudt dat zowel de bodem (A) als de natte taluds (B) worden gemaaid. De aanbestedingsstukken bevatten op dit punt een kennelijke tegenstijdigheid. Dat partijen over dit punt een discussie hebben gevoerd, is dan ook niet onbegrijpelijk. Het feit dat de Gemeente de besteksposten in de nieuwe aanbesteding heeft verduidelijkt, betekent niet noodzakelijkerwijs dat de besteksposten op de door De Heer voorgestane wijze moeten worden uitgelegd. Daaruit blijkt wel dat de Gemeente – achteraf – tot de conclusie is gekomen dat het niet duidelijk was.
980,00