4.1Het pand heeft uitsluitend een bestemming van overige bedrijfsruimte en dient als zodanig te worden gebruikt;
(…)’
2. [verzoekster] c.s. huurt de bedrijfsruimte sinds 1 december 2015. [verweerder] is per 1 februari 2019 eigenaar en verhuurder van de bedrijfsruimte. [verweerder] heeft per e-mail van 22 februari 2019 de huurovereenkomst opgezegd tegen 1 september 2019 en de ontruiming aangezegd tegen dezelfde datum.
3. Bij beschikking van 28 mei 2020 heeft de kantonrechter geoordeeld dat het gehuurde overige bedrijfsruimte is als bedoeld in artikel 7:230a BW en dat de termijn waarbinnen ontruiming moest plaatsvinden wordt verlengd met één jaar, tot en met 31 augustus 2020. [verzoekster] c.s. heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
4. [verzoekster] c.s. verzoekt:
- primair: haar niet ontvankelijk te verklaren in onderhavig verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn, omdat [verzoekster] c.s. van mening is dat er sprake is van artikel 7:290 BW-bedrijfsruimte;
- subsidiair: de termijn, waarbinnen ontruiming van het hierboven genoemde gehuurde zou moeten plaatsvinden, te verlengen tot één jaar na het vermeend eindigen van de huurovereenkomst, derhalve tot en met 30 augustus 2021;
- primair en subsidiair: [verweerder] te veroordelen in de kosten van de procedure aan de zijde van [verzoekster] c.s., te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van de op dit verzoek te geven beschikking en – voor het geval dat voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van de beschikking.
5. [verzoekster] c.s. stelt – samengevat – het volgende.
Zij exploiteert een horecabedrijf onder de formule van De Beren-bezorgrestaurants. Er worden maaltijden bereid, verkocht, bezorgd en afgehaald. Gelet op de bestemming van het gehuurde is artikel 7:290 BW van toepassing. [verzoekster] c.s. heeft dan ook hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 28 mei 2020, met betrekking tot de kwalificatievraag. Zekerheidshalve wordt onderhavig verzoek tot verlenging van de ontruimingsbescherming ingediend. Voorts geldt dat [verzoekster] c.s. er geen zicht op heeft hoe lang het zal duren voor zij een alternatieve locatie heeft gevonden. Daarbij is ook van belang dat [verzoekster] c.s. 40 werknemers in dienst heeft, waarvoor geen werk is als [verzoekster] c.s het gehuurde moet ontruimen voordat een alternatieve locatie is gevonden. Een verhuizing is bovendien een kostbare aangelegenheid. Deze belangen wegen zwaarder dan het belang van [verweerder] .
[verzoekster] c.s. betwist de rechtsgeldigheid van de opzegging door [verweerder] , nu dat op grond van artikel 2 van de huurovereenkomst per aangetekende brief of deurwaardersexploot had gemoeten en [verweerder] de opzegging per e-mail heeft gedaan.
6. [verweerder] heeft – samengevat – als verweer het volgende aangevoerd.
Het gehuurde betreft overige bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 7:230a BW. Dat is bepaald in de beschikking van 28 mei 2020. Het ingestelde hoger beroep doet aan dat oordeel niet af. Voorts geldt dat het gehuurde in overwegende mate is bestemd voor activiteiten betreffende overige bedrijfsruimte. Dat blijkt uit de handelsnaam ‘De Beren Bezorgrestaurant’ en uit de beschrijving van de activiteiten in het handelsregister: ‘Het verkopen, bereiden en bezorgen van (afhaal)maaltijden (…)’. Afhalen komt slechts voor bij 5% of minder van de maaltijden. De inrichting van het gehuurde duidt er ook op dat geen sprake is van een voor publiek toegankelijke ruimte als bedoeld in artikel 7:290 BW. Het gaat om één grote ruimte voor de keuken en slechts een smalle gang met kleine balie waar kan worden afgehaald. De gemeente Dordrecht heeft ook bevestigd dat het gehuurde geen horecabestemming heeft en dat afhalen in het gehuurde niet is toegestaan. Nu sprake is van bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 7:230a BW, verzoekt [verweerder] [verzoekster] c.s. ontvankelijk te verklaren in haar verzoek en de termijn waarbinnen [verzoekster] c.s. het gehuurde dient te ontruimen te stellen op één maand na de te wijzen beschikking.
[verweerder] betwist dat hij niet rechtsgeldig zou hebben opgezegd. Bovendien staat vast dat de opzegging [verzoekster] c.s. heeft bereikt.
Het belang van [verweerder] bij ontruiming weegt zwaarder dan het belang van [verzoekster] c.s. bij voortzetting van het gebruik. De gemeente Dordrecht is een handhavingstraject tegen [verzoekster] c.s. gestart, omdat het gehuurde geen horecabestemming heeft en afhalen in het gehuurde niet is toegestaan. [verweerder] heeft belang bij een huurder die handelt in overeenstemming met het bestemmingsplan en die beschikt over de benodigde vergunningen.
[verzoekster] c.s. heeft vanaf het moment van de opzegging al ruim 1,5 jaar de tijd gehad om een andere locatie te zoeken. Bovendien behoort deze zoektocht tot de risicosfeer van [verzoekster] c.s. [verweerder] betwist dat sprake zou zijn van een kostbare verhuizing. [verweerder] betwist voorts de hoeveelheid medewerkers en [verzoekster] c.s. heeft de omvang van de dienstverbanden niet aangetoond. [verweerder] heeft er tenslotte belang bij dat [verzoekster] c.s. het gehuurde verlaat in verband met aanhoudende overlast. Het gaat daarbij om het veroorzaken van hinder en geluidsoverlast, het verkeerd stallen van scooters en elektrische fietsen en het op daarvoor niet bestemde plekken achterlaten van afval. [verweerder] heeft klachten van omwonenden ontvangen.