Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verdere verloop van de procedure
2..De verdere beoordeling
3..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die werd behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, ging het om een huurovereenkomst tussen de besloten vennootschap Vivada Properties VII Rotterdam B.V. en een gedaagde. De eiseres, Vivada, had een vordering ingesteld tegen de gedaagde wegens huurachterstand. Tijdens de procedure werd vastgesteld dat Vivada niet had voldaan aan de vereisten voor de overdracht van de vordering, wat leidde tot een gedeeltelijke afwijzing van de vordering. De gedaagde had de huurachterstand voor het overige niet weersproken, waardoor de vordering tot betaling van de achterstand van vijf maanden werd toegewezen. De wettelijke rente over dit bedrag werd eveneens toegewezen, aangezien de gedaagde in verzuim was met de huurbetalingen.
Vivada had ook aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke kosten, maar deze werden afgewezen omdat de gevorderde kosten onjuist waren aangezegd. De kantonrechter overwoog dat de huurovereenkomst alleen kan worden ontbonden als de huurachterstand ernstig genoeg is. In dit geval was de achterstand meer dan drie maanden, wat de ontbinding rechtvaardigde, maar de rechter gaf de gedaagde een termijn van een maand om de achterstand in te halen. De kantonrechter weigerde de gevorderde machtiging voor ontruiming met behulp van de sterke arm, omdat de deurwaarder deze bevoegdheid al had zonder rechterlijke tussenkomst.
De beslissing van de kantonrechter hield in dat de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1981,08, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de gedaagde in de proceskosten werd veroordeeld. De gedaagde kreeg de mogelijkheid om de verschuldigde bedragen binnen een maand te betalen, anders zou de huurovereenkomst ontbonden worden en moest de gedaagde het gehuurde ontruimen. Het vonnis werd uitgesproken door mr. H.M. van de Ven.