Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 23 maart 2020, met producties 1 tot en met 7;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 20;
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 1 juli 2020, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van Kirsha van 24 augustus 2020, met producties 21 tot en met 23;
- de brief van Logistique van 25 augustus 2020, met producties 8 tot en met 10;
- de brief van Kirsha van 27 augustus 2020, met productie 24;
- de op voorhand toegezonden aantekeningen mondelinge behandeling van Logistique;
- de op voorhand toegezonden spreekaantekeningen van Kirsha;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 3 september 2020 (via Skype voor bedrijven).
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
binnende vennootschap. Het is, aldus Logistique,
buitende vennootschap dat Kirsha “een dolk in de rug van Logfret steekt”. Zoals hiervoor onder 4.8 is overwogen, is er gelet op de huidige wetgeving echter geen grond voor de door Logistique betoogde verruiming van de uitstotingsregeling tot gedragingen van een aandeelhouder buiten de vennootschap. Ook los van het voorgaande kan het doen leggen van conservatoir beslag onder opdrachtgevers van Logfret niet worden aangemerkt als een gedraging die toepassing van de uitstotingsregeling zou kunnen rechtvaardigen. Zoals blijkt uit de hiervoor onder 2.7 en 2.10 bedoelde vonnissen, is in rechte vast komen te staan dat Kirsha en Meer Retail beschikten over een vordering op Logfret die niet werd voldaan. De rechtbank volgt Logistique ook niet in haar standpunt dat (Kirsha had moeten onderzoeken of) er minder bezwarende beslagobjecten voorhanden waren (met betrekking tot de vorderingen van Logfret uit hoofde van het vonnis van 5 juni 2019). Nadat Kirsha het bestaan van de door Logistique bedoelde alternatieve mogelijkheden voor beslaglegging gemotiveerd heeft betwist, is Logistique daarop niet teruggekomen. In rechte kan daarom niet worden uitgegaan van de juistheid van haar stellingen over beschikbaarheid van minder bezwarende beslagobjecten. Een en ander brengt mee dat voor toewijzing van de vorderingen van Logistique in zoverre geen grond bestaat.
“toegenomen zorgen om stabiliteit”en
“grote kans op faillissement”. Logistique heeft tevens verwezen naar de door haar als productie 10 overgelegde e-mail van 10 juli 2020 van een medewerker van Visa Global aan een klant van Logfret, waarin staat vermeld:
“(…) Als je aangeeft wat je bij Logfret betaalt, of wat je maximaal (…) wilt betalen (…), kan ik kijken of we dat kunnen matchen (…)”.Volgens Logistique staan deze gevallen niet op zichzelf en zijn deze waarschijnlijk te verklaren door de slechte verstandhouding die tussen Kirsha en Logistique is ontstaan na het ontslag van Kirsha als bestuurder van Logfret. De handelingen van Kirsha kwalificeren zowel afzonderlijk als in onderling verband bezien als gedragingen die het belang van Logfret schaden, aldus Logistique.
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)