ECLI:NL:RBROT:2020:9739

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 oktober 2020
Publicatiedatum
30 oktober 2020
Zaaknummer
8578848 CV EXPL 20-19680
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een niet-betaalde factuur voor paramedische zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 oktober 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Infomedics B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Infomedics vorderde betaling van een onbetaalde factuur van € 250,00 voor manuele therapie die door Paramedische Zorg Nederland B.V. was verleend. De gedaagde had de factuur, die op 20 december 2019 was verzonden, onbetaald gelaten en was meerdere keren aangemaand tot betaling. De gedaagde voerde ter verdediging aan dat hij niet op de hoogte was dat de kosten voor de behandelingen niet vergoed zouden worden door zijn zorgverzekeraar en dat hij daarom niet meer naar de behandelingen was gegaan. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in beginsel gehouden was de factuur te voldoen, aangezien hij de behandelingen had ondergaan en niet had aangetoond dat er afspraken waren gemaakt over de betaling. De vordering van Infomedics werd toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten en de kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8578848 CV EXPL 20-19680
uitspraak: 2 oktober 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Infomedics” respectievelijk “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 14 mei 2020, met producties;
  • de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagde] ;
  • de conclusie van repliek, met producties.
[gedaagde] heeft, alhoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, niet gereageerd op de conclusie van repliek.
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
[gedaagde] heeft in de periode van 23 juli 2019 tot en met 10 september 2019 bij zorgaanbieder Paramedische Zorg Nederland B.V. (hierna: Paramedische Zorg) (onder meer) een vijftal zittingen in manuele therapie ondergaan.
2.2
Paramedische Zorg heeft haar uit de behandeling voortvloeiende vordering gecedeerd aan Infomedics.
2.3
In verband met die behandeling heeft Infomedics namens Paramedische Zorg een factuur d.d. 20 december 2019 (kenmerk [nummer] ) ten bedrage van € 250,00 aan [gedaagde] toegezonden.
2.4
[gedaagde] heeft voormelde factuur onbetaald gelaten.
2.5
Infomedics alsook haar gemachtigde hebben [gedaagde] op 31 januari 2020, 28 februari 2020, 27 maart 2020 en 17 april 2020 aangemaand tot betaling van de factuur.

3..Het geschil

3.1
Infomedics heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 250,00 aan hoofdsom, € 1,76 aan verschenen rente en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 291,76 vanaf 11 mei 2020 tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering heeft Infomedics - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat [gedaagde] de betalingsverplichting uit hoofde van de tussen [gedaagde] en Paramedische Zorg gesloten behandelovereenkomst dient na te komen. Door de wanbetaling van de zijde van [gedaagde] voelde Infomedics zich genoodzaakt haar gemachtigde in te schakelen en buitengerechtelijke incassokosten te maken. Deze kosten ten bedrage van € 40,00 dienen voor rekening van [gedaagde] te komen. Verder maakt Infomedics aanspraak op wettelijke rente, waaronder een bedrag van € 1,76 aan verschenen rente.
3.3
[gedaagde] heeft ter verweer - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende aangevoerd. [gedaagde] heeft al eerder in het jaar 2019 fysiotherapiebehandelingen genoten. Na negen behandelingen manuele therapie kwam Paramedische Zorg erachter dat de behandelingen van [gedaagde] niet meer vergoed werden door de zorgverzekeraar. Paramedische Zorg heeft daarop te kennen gegeven dat [gedaagde] alsnog naar de geplande behandelingen moest komen en dat ze dan wel verder zouden zien. Na de betreffende behandeling waarop de mededeling plaatsvond is [gedaagde] niet meer naar Paramedische Zorg toegegaan. Daarom is hij het niet eens met de vordering. Indien [gedaagde] alsnog veroordeeld wordt tot betaling van de vordering van Infomedics, verzoekt hij daaromtrent een betalingsregeling te treffen.
3.4
Op de overige stellingen van partijen wordt – indien van belang voor de uitkomst van deze procedure – hierna teruggekomen.

4..De beoordeling

4.1
Als onweersproken staat vast dat Paramedische Zorg in opdracht van [gedaagde] tussen
23 juli 2019 en 10 september 2019 een vijftal zittingen in manuele therapie heeft verleend (zie 2.1). [gedaagde] is dan ook in beginsel gehouden de daarop betrekking hebbende factuur te voldoen. Gelet op de gemotiveerde stellingen van Infomedics kan niet, voor zover [gedaagde] dat heeft bedoeld, ervan worden uitgegaan dat de zorgverlener een toezegging heeft gedaan dat de kosten voor de manuele therapie niet (volledig) bij [gedaagde] in rekening kunnen worden gebracht. Het is in beginsel de eigen verantwoordelijkheid van [gedaagde] om te onderzoeken of zijn behandelingen voor vergoeding in aanmerking komen. Dat hierover eventueel (afwijkende) afspraken zijn gemaakt met Paramedische Zorg, is niet gebleken. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om zijn stelling daaromtrent nader te onderbouwen, maar dat heeft hij niet gedaan (hoewel hij daartoe wel in de gelegenheid is gesteld).
4.2
Nu [gedaagde] verder de hoogte van het gevorderde bedrag niet heeft betwist, leidt een en ander tot de conclusie dat [gedaagde] gehouden is de hoofdsom van € 250,00 aan Infomedics te voldoen. De vordering ter zake zal dan ook worden toegewezen.
4.3
Infomedics vordert rente vanaf 19 januari 2020. Gesteld is echter dat in het door Infomedics gevorderde bedrag de rente is berekend tot en met 11 mei 2020. De reeds verschenen rente kan niet worden toegewezen nu gedeeltelijk rente op rente gevorderd wordt. Daarnaast is de gevorderde toekomstige wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten niet toewijsbaar, nu niet is gesteld of gebleken dat de kosten vóór dagvaarding dan wel vóór de ingebrekestelling door Infomedics aan haar gemachtigde zijn betaald. De rente zal daarom worden toegewezen op de wijze zoals hierna vermeld.
4.4
De door Infomedics gevorderde en door [gedaagde] niet afzonderlijk betwiste vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten is toewijsbaar. Het gevorderde bedrag van € 40,00 zal worden toegewezen, nu dit conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten het maximaal toe te wijzen tarief is.
4.5
[gedaagde] zal als de in het (grotendeels) ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van Infomedics.
4.6
Gelet op het bepaalde in artikel 6:29 BW is de kantonrechter niet gerechtigd om een betalingsregeling vast te stellen zonder toestemming van Infomedics. Die toestemming is in deze procedure niet gegeven. Voor het eventueel treffen van een betalingsregeling met Infomedics wordt [gedaagde] verwezen naar de gemachtigde van Infomedics.

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 290,00, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over een bedrag van € 250,00 vanaf 11 mei 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 210,85 aan verschotten (€ 124,00 griffierecht + € 86,85 explootkosten) en € 144,00 (2 punten à € 72,00) aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.L.M. van der Wildt en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44240