ECLI:NL:RBROT:2020:9947
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.I. Hendriks-Van Wel
- A.F.H. Domenie
- Rechtspraak.nl
Vernietiging huisverbod opgelegd door burgemeester van Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 juli 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een huisverbod dat door de burgemeester van Rotterdam was opgelegd. Het huisverbod was opgelegd op 15 juni 2020, naar aanleiding van een incident dat op 10 februari 2020 had plaatsgevonden. Eiser, die niet op het adres verbleef waar het huisverbod betrekking op had, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester niet bevoegd was om het huisverbod op te leggen, omdat er geen sprake was van een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van de personen die met eiser in de woning woonden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit. Eiser had ook een schadevergoeding van € 50,- verzocht, maar dit verzoek werd afgewezen omdat hij onvoldoende had onderbouwd dat hij schade had geleden door het huisverbod. De rechtbank veroordeelde de burgemeester in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 525,-. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat een rechtsmiddel open voor hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.