ECLI:NL:RBROT:2020:9949
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- J.J. Klomp
- A.F.H. Domenie
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en ongegrondverklaring beroep inzake huisverbod
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een huisverbod dat door de burgemeester van Vlaardingen was opgelegd. Het huisverbod was opgelegd op 4 september 2020 en had een duur van tien dagen. Verzoeker, die in beroep ging tegen dit besluit, stelde dat het besluit onvoldoende gemotiveerd was en dat er geen sprake was van een ernstig en onmiddellijk gevaar. De voorzieningenrechter oordeelde dat het besluit inderdaad niet deugdelijk was gemotiveerd, maar dat de belanghebbenden niet benadeeld waren, waardoor het besluit op grond van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in stand kon worden gelaten. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester terecht had aangenomen dat de aanwezigheid van verzoeker in de woning een ernstig vermoeden van gevaar opleverde, gezien eerdere incidenten en de spanningen tussen verzoeker en de achterblijvers. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen en het beroep werd ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter deed onmiddellijk uitspraak in de hoofdzaak, zonder nader onderzoek, omdat dit niet bijdroeg aan de beoordeling van de zaak. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.