Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De verdere beoordeling
De kantonrechter verwerpt daarom het verweer van [gedaagde] en wijst de vordering toe.
3..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, heeft de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die in persoon procedeert. De zaak betreft een geschil over de betaling van zorgverzekeringspremies. De gedaagde had de mogelijkheid gekregen om betaalbewijzen van haar gestelde betalingen in te dienen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen dat de gedaagde een deel van het gevorderde bedrag had betaald. Zilveren Kruis betwistte de betalingen en overhandigde een overzicht van ontvangen betalingen ter onderbouwing van hun standpunt. De kantonrechter oordeelde dat het verweer van de gedaagde niet voldoende was onderbouwd en wees de vordering van Zilveren Kruis toe.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 947,03, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 10 december 2019. Daarnaast is de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaal van € 902,07. Dit bedrag omvat griffierecht, dagvaardingskosten en het salaris voor de gemachtigde van Zilveren Kruis. Het vonnis is uitgesproken op 6 november 2020 en is uitvoerbaar bij voorraad. De kantonrechter heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.