ECLI:NL:RBROT:2020:9985

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juli 2020
Publicatiedatum
6 november 2020
Zaaknummer
C/10/599270 / FA RK 20-4688
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing zorgmachtiging op basis van vrijwillige behandeling in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 juli 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het opleggen van verplichte zorg werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 29 juni 2020. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. N.J. Batelaan, en een psychiater van Youz De Fjord werden gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er bij betrokkene sprake is van psychische stoornissen, maar dat er ook een alternatief is om het ernstige nadeel af te wenden. Betrokkene heeft tijdens de behandeling aangegeven dat zij zich beter voelt en dat zij bereid is om vrijwillig bij Youz te blijven voor behandeling. De psychiater bevestigde deze positieve ontwikkeling en de rechtbank heeft voldoende vertrouwen in de bereidheid van betrokkene om de behandeling op vrijwillige basis voort te zetten.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank besloten het verzoek tot zorgmachtiging af te wijzen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. B. Krijnen en schriftelijk uitgewerkt en getekend op 22 juli 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/599270 / FA RK 20-4688
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 13 juli 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Youz De Fjord te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. N.J. Batelaan te Rijswijk.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 29 juni 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 15 juni 2020;
  • de zorgkaart van 18 juni 2020;
  • het zorgplan van 3 juni 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 juli 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
 betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
 [naam 2] , psychiater, verbonden aan Youz De Fjord.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

Het uitgangspunt van de wet Wvggz is dat het stellen van verplichte zorg het ultimum remedium is. Bij betrokkene is sprake van psychische stoornissen, maar er is in dit geval een alternatief om het ernstige nadeel af te wenden. Tijdens de mondelinge behandeling erkent betrokkene dat het een periode niet goed met haar ging, maar zij geeft aan dat zij zich inmiddels beter voelt en dat zij een behandeling op basis van vrijwilligheid wenst. Zij ziet de zorgen en zij wil vrijwillig bij Youz blijven. Volgens de psychiater is er sprake van een positieve ontwikkeling en een goede basis voor vrijwillige behandeling. De rechtbank heeft voldoende vertrouwen in de bereidheid van betrokkene om de behandeling op basis van vrijwilligheid voort te zetten. Om die reden zal de rechtbank het verzoek afwijzen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af:
Deze beschikking is op 13 juli 2020 mondeling gegeven door mr. B. Krijnen, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 22 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.