ECLI:NL:RBROT:2020:9986

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 juli 2020
Publicatiedatum
6 november 2020
Zaaknummer
C/10/599375 / FA RK 20-4742
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie en autisme spectrum stoornis

Op 20 juli 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en een autisme spectrum stoornis. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 30 juni 2020, en was gebaseerd op een mondelinge behandeling waarbij betrokkene en zijn advocaat telefonisch zijn gehoord. De rechtbank concludeerde dat betrokkene, door zijn psychische stoornis, ernstig nadeel ondervond en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om te voorkomen dat hij in een psychose zou raken. De zorgmachtiging werd verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid indien nodig. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en is op 27 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/599375 / FA RK 20-4742
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 20 juli 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. R.A.F. Jansen te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 30 juni 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 7 mei 2020;
  • de zorgkaart van 19 februari 2020;
  • het zorgplan van 10 februari 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz; en
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 juli 2020. Bij die gelegenheid zijn overeenkomstig artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de aan het veiligheidsrisico aan het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat; en
- [naam 2] , verpleegkundige, verbonden aan Parnassia Groep.
1.3.
De officier is niet telefonisch ter zitting gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en neurobiologische ontwikkelingsstoornissen.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang alsmede de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is bekend met schizofrenie en autisme. Daarnaast is er bij betrokkene sprake van het syndroom van Kallman, ADHD met chronische psychotische overtuigingen. Het huidige toestandsbeeld van betrokkene wordt gekenmerkt door wanen. Het lukt betrokkene dan niet om goed zorg te dragen voor zichzelf en zijn omgeving. Daarnaast gaat betrokkene op verschillende plekken bedelen om geld om eten te kunnen kopen. Betrokkene heeft geen ziektebesef en hij ontkent de gestelde diagnose. Betrokkene is van mening dat zijn concentratieproblemen veroorzaakt worden door ADHD en wil om die reden alleen ingesteld worden op medicatie voor die aandoening.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er voor betrokkene geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Volgens de verpleegkundige is er nog sprake van veel problemen. Betrokkene is sinds een week voor de zitting weer veelvuldig aan het mailen waarin hij heksenverhalen benoemt. Betrokkene is het nog steeds niet eens met de diagnose en zonder zorgmachtiging zal hij de benodigde medicatie niet innemen. Het risico bestaat dan dat hij weer afglijdt in een psychose. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift voorgestelde vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, indien strikt noodzakelijk gedurende maximaal 2 weken;
  • het opnemen in een accommodatie, indien in de thuissituatie ernstig nadeel dreigt;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, in geval van een opname.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 januari 2021;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 20 juli 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 27 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.