Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
- cliënt met zijn hierboven genoemde advocaat; en
- [naam 2] , specialist ouderengeneeskunde, verbonden aan Laurens.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 juli 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot een verzoek om een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met een psychogeriatrische aandoening, in dit geval dementie. Het verzoek is ingediend door het CIZ en betreft een cliënt die op vrijwillige basis verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt zich niet verzet tegen de opname en dat hij goed benaderbaar is. Tijdens de mondelinge behandeling is de cliënt, samen met zijn advocaat, gehoord, evenals een specialist ouderengeneeskunde van de zorginstelling. De rechtbank heeft beoordeeld of er sprake is van ernstig nadeel als gevolg van de aandoening van de cliënt en of opname noodzakelijk is. Hoewel de rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan dementie, is er geen verzet tegen de opname en verblijf in de zorginstelling. Daarom heeft de rechtbank het verzoek om de rechterlijke machtiging afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 27 juli 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.