Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..De vordering en het verweer in conventie
[naam eiseres 1] ontstane schade in de vorm van waardevermindering van de woning aan [naam eiseres 1] te vergoeden. Aan vordering (II) legt [naam eiseres 1] ten grondslag dat [naam gedaagde] op grond van de afspraken die zijn gemaakt met de bank en de redelijkheid en billijkheid een gebruiksvergoeding is verschuldigd voor de maanden dat [naam gedaagde] in de woning heeft gewoond en niets heeft betaald.
4..De vordering en het verweer in reconventie
5..De beoordeling
hiervanvoor een lagere prijs is verkocht, is door [naam gedaagde] betwist en door [naam eiseres 1] verder niet nader onderbouwd.
hijde hypotheeklasten volledig zou betalen. [naam verweerster] heeft toen niet gesteld en ook anderszins is niet gebleken dat er een betaalafspraak is gemaakt tussen [naam verweerster] en [naam eiseres 2]. Ook uit de in het geding gebrachte stukken blijkt alleen van een betalingsverplichting van [naam] ten opzichte van de bank.
van [naam verweerster]. Op basis van de afspraak tussen [naam verweerster] en [naam], moest [naam] de volledige hypotheeklasten aan de bank betalen. Die afspraak doet ook recht aan de feitelijke situatie, namelijk dat [naam] de gehele woning gebruikt en [naam verweerster] haar deel niet kon gebruiken. Dat [naam eiseres 2] de hypotheeklasten feitelijk voor haar rekening heeft genomen, is dus niet ten behoeve van [naam verweerster] geweest, maar ten behoeve van [naam].
6..De beslissing
: