In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 september 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2004, die onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is vanwege de complexe echtscheidingsproblematiek tussen de ouders en de kwetsbaarheid van de minderjarige, die kampt met een verstandelijke beperking, een chromosoomafwijking en autisme. De ouders zijn in een langdurige strijd verwikkeld, wat de ontwikkeling van de minderjarige bedreigt.
De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, tot aan de meerderjarigheid van de minderjarige. De vader heeft verweer gevoerd en gevraagd om een kortere verlenging en een wijziging van de GI, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat de huidige GI passend is gezien de problematiek. De kinderrechter heeft ook de zorgen van de vader over de omgang met de minderjarige gehoord, maar heeft geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige is om het contact met de vader niet te forceren, gezien haar huidige wensen en behoeften.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 7 september 2022 en het verzoek van de vader om de GI te vervangen afgewezen. De kinderrechter benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders hun communicatie verbeteren en dat de betrokkenheid van de jeugdbescherming noodzakelijk blijft om de situatie van de minderjarige te monitoren. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.