ECLI:NL:RBROT:2021:10094

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 september 2021
Publicatiedatum
15 oktober 2021
Zaaknummer
9216223 CV EXPL 21-16903
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en bewijslevering in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, vordert eiseres, een accountant- en adviesbureau, betaling van onbetaalde facturen door gedaagde. De zaak betreft een overeenkomst tussen partijen, waarbij eiseres administratieve en boekhoudkundige werkzaamheden voor gedaagde heeft verricht. Eiseres heeft drie facturen gestuurd, waarvan het totaalbedrag € 12.996,96 bedraagt, maar gedaagde heeft deze facturen niet betaald. Eiseres heeft meerdere aanmaningen gestuurd en heeft uiteindelijk de vordering ter incasso uit handen gegeven. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat de offerte niet volledig is aanvaard en dat de facturen onredelijk zijn. Tijdens de mondelinge behandeling is er een akte wijziging eis overgelegd door eiseres, waarmee gedaagde heeft ingestemd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiseres moet bewijzen dat de overeenkomst en de daarin vermelde tarieven zijn overeengekomen en dat de werkzaamheden daadwerkelijk zijn verricht. De zaak is aangehouden voor bewijslevering, waarbij eiseres de gelegenheid krijgt om getuigen te horen of schriftelijk bewijs te leveren. De kantonrechter heeft de verdere beslissing aangehouden tot de bewijslevering.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9216223 CV EXPL 21-16903
uitspraak: 24 september 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiseres]
,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. B.R. Kleij te Rotterdam,
tegen
[gedaagde]
,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. K. van der Horst.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 6 mei 2021, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • het tussenvonnis van 28 juni 2021 waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
  • de aanvullende producties aan de zijde van [eiseres] .
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 27 juli 2021. Namens [eiseres] is de heer [persoon A] verschenen, bijgestaan door de gemachtigde van [eiseres] . Namens [gedaagde] zijn de heer [persoon B] en mevrouw [persoon C] verschenen, bijgestaan door de gemachtigde van [gedaagde] . [eiseres] heeft tijdens de mondelinge behandeling een akte wijziging eis overgelegd, waarmee [gedaagde] heeft ingestemd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is besproken.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In deze procedure wordt uitgegaan van de volgende feiten:
2.1
[eiseres] is een accountant- en adviesbureau dat diverse administratieve en boekhoudkundige werkzaamheden verricht.
2.2
Op 18 september 2019 heeft [eiseres] aan [gedaagde] een offerte opgestuurd. Naar aanleiding van de offerte zijn er in de periode van 17 september 2019 tot en met 2 oktober 2019 meerdere e-mailberichten over en weer gestuurd.
2.3
Nadat [eiseres] aan de slag is gegaan, heeft zij op 18 oktober 2019 de eerste factuur aan [gedaagde] gestuurd. Die factuur is als volgt opgebouwd:

[Afbeelding factuur met gegevens]

[Afbeelding factuur met gegevens]

2.4
Op 28 november 2019 heeft [eiseres] een tweede factuur aan [gedaagde] gestuurd. Die factuur is als volgt opgebouwd:

[Afbeelding factuur met gegevens]

In de bij de factuur gevoegde bijlage zijn de verrichte werkzaamheden gespecificeerd. De bijlage is als volgt opgebouwd:

[Afbeelding factuur met gegevens]

2.5
Op 11 december 2019 heeft [eiseres] een laatste factuur aan [gedaagde] gestuurd. Die factuur is als volgt opgebouwd:

[Afbeelding factuur met gegevens]

In de bij de factuur gevoegde bijlage zijn de verrichte werkzaamheden gespecificeerd. De bijlage is als volgt opgebouwd:

[Afbeelding factuur met gegevens]

2.6
Nadat [eiseres] meerdere aanmaningen en/of sommaties heeft gestuurd, hebben partijen in de periode van 14 januari 2020 tot en met 23 januari 2020 over en weer per e-mail gecorrespondeerd over de in rekening gebrachte facturen.

3..De vordering

3.1
[eiseres] vordert na wijziging van eis om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 13.796,96, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 12.996,96 vanaf de vervaldata van de facturen, althans vanaf de dag waarop de dagvaarding is betekend tot aan de dag van volledige betaling, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering heeft [eiseres] – zakelijk weergegeven en voor zover nu van belang – ten grondslag gelegd dat [eiseres] en [gedaagde] met elkaar een (opdracht)overeenkomst hebben gesloten, inhoudende dat [eiseres] administratieve en boekhoudkundige werkzaamheden voor [gedaagde] zou verrichten. In dit verband verwijst [eiseres] naar de offerte van 18 september 2019. [eiseres] heeft meerdere werkzaamheden voor [gedaagde] verricht en heeft daarvoor drie facturen aan [gedaagde] gestuurd. [gedaagde] heeft het volledige bedrag van € 12.996,96 onbetaald gelaten.
3.3
Door de wanbetaling van [gedaagde] zag [eiseres] zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke incassokosten te maken. Op 3 maart 2020 heeft de gemachtigde van [eiseres] [gedaagde] aangemaand. De gemaakte kosten van € 800,00 komen op grond van de wet voor rekening van [gedaagde] .

4..Het verweer

4.1
Het verweer [gedaagde] strekt tot afwijzing van de vordering. Voor zover er sprake is van enige betalingsverplichting voor [gedaagde] , verzoekt [gedaagde] de kantonrechter om het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Daartoe heeft [gedaagde] - voor zover van belang - aangevoerd dat de door [eiseres] opgestelde offerte door [gedaagde] niet volledig is aanvaard en ook niet is ondertekend. Er stonden meerdere diensten in de offerte waarvan [gedaagde] op dat moment geen gebruik wilde of hoefde te maken. De algemene voorwaarden en de “engagement confirmation letter” van de offerte heeft [gedaagde] nooit ontvangen, noch ondertekend. Op een gegeven moment is [gedaagde] geconfronteerd met meerdere facturen die buitenproportioneel en onredelijk zijn. Er is niet gefactureerd in de vorm van een fixed fee, zoals voorafgaand wel was afgesproken, en ook is er geen sprake geweest van transparante communicatie. Geen enkele factuur weerspiegeld de gemaakte afspraken. [gedaagde] is bijvoorbeeld verbaasd over het feit dat er kosten in rekening zijn gebracht voor een kennismaking die op verzoek van [eiseres] heeft plaatsgevonden. Ook is [gedaagde] verbaasd over de manier waarop [eiseres] op eenvoudige wijze meerdere creditnota’s heeft aangeboden, waarmee [eiseres] naar de mening van [gedaagde] impliceert dat de gefactureerde bedragen te hoog zijn geweest.
4.2
Voor zover [gedaagde] enig bedrag verschuldigd zou zijn, bedraagt dat maximaal € 1.750,00. Daarbij doet [gedaagde] op grond van artikel 6:127 BW een beroep op verrekening met een bedrag van € 789,28. Dit bedrag bestaat uit de rente die is misgelopen doordat [eiseres] ervoor heeft gezorgd dat de Btw-aangifte is mislukt. Doordat de Btw-aangifte op een later moment heeft plaatsgevonden, heeft [gedaagde] schade geleden.

5..De beoordeling van de vordering

5.1
Voor toewijzing van de vorderingen van [eiseres] moet komen vast te staan dat [eiseres] en [gedaagde] de door [eiseres] gestelde overeenkomst (en de daarin vermelde tarieven) zijn
overeengekomen en dat [eiseres] de werkzaamheden die de feitelijke grondslag vormen voor de drie facturen met een totaal beloop van € 12.996,96 daadwerkelijk heeft verricht.
5.2
[eiseres] heeft feiten en omstandigheden gesteld die op zichzelf haar stellingen en vorderingen globaal onderbouwen, maar [gedaagde] heeft daartegen zodanig gemotiveerd verweer gevoerd dat niet gezegd kan worden dat de stellingen van [eiseres] zondermeer als vaststaand kunnen worden aanvaard.
5.3
Gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde] rust op [eiseres] de last om te bewijzen dat [eiseres] en [gedaagde] de door [eiseres] gestelde overeenkomst (en de daarin vermelde tarieven) zijn
overeengekomen en dat [eiseres] de werkzaamheden die de feitelijke grondslag vormen voor de drie facturen met een totaal beloop van € 12.996,96 daadwerkelijk heeft verricht. Dat bewijs is vooralsnog niet geleverd, zodat [eiseres] - overeenkomstig haar bewijsaanbod - zal worden toegelaten tot het leveren van (nader) bewijs.
5.4
De kantonrechter verwijst de zaak nu naar de hierna genoemde rolzitting, zodat [eiseres] zich over het te leveren bewijs kan uitlaten.
5.5
In afwachting van de eventuele bewijslevering wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

6..De beslissing

De kantonrechter:
laat [eiseres] toe tot het leveren van bewijs van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat [eiseres] en [gedaagde] de door [eiseres] gestelde overeenkomst (en de daarin vermelde tarieven) zijn overeengekomen en dat [eiseres] de werkzaamheden die de feitelijke grondslag vormen voor de drie facturen met een totaal beloop van € 12.996,96 daadwerkelijk heeft verricht;
bepaalt dat:
  • [eiseres] op de rolzitting van
  • en indien zij dit bewijs schriftelijk wenst te leveren zij bij die gelegenheid de op het bewijsthema betrekking hebbende stukken direct in het geding moet brengen;
  • en indien zij dit bewijs wenst te leveren door het doen horen van getuigen zij bij akte opgave moet doen van het aantal en de personalia van de door haar voor te brengen getuigen en van de verhinderdata van alle betrokkenen voor de maanden november en december 2021, zodat vervolgens een datum voor het getuigenverhoor kan worden bepaald;
wijst [eiseres] erop dat namen en woonplaatsen van eventueel voor te brengen getuigen tenminste zeven dagen vóór het te houden getuigenverhoor schriftelijk aan de kantonrechter en de wederpartij moeten worden aangezegd;
bepaalt dat [eiseres] te zijner tijd zelf zorg moet dragen voor behoorlijke oproeping van de eventueel voor te brengen getuigen;
bepaalt dat het eventuele getuigenverhoor zal worden gehouden in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam ten overstaan van de hierna genoemde kantonrechter;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44485