ECLI:NL:RBROT:2021:10148

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/624645 / JE RK 21-2336
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 7 oktober 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond gemachtigd om [naam kind] in een gesloten accommodatie op te nemen voor de duur van drie maanden, met ingang van 28 oktober 2021. Deze beslissing volgt op een verzoek van de GI, die aangaf dat de situatie van [naam kind] na het overlijden van zijn moeder is veranderd en dat er nu meer omgang met zijn vader is. De vader heeft een andere houding aangenomen ten aanzien van de hulpverlening, en er is behoefte aan een zorgvuldige evaluatie van zijn opvoedvaardigheden.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] sinds zijn plaatsing in Schakenbosch een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, maar dat de gesloten setting nog steeds noodzakelijk is om stabiliteit en structuur te bieden. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat de volgende perspectiefplaatsing succesvol verloopt, gezien de eerdere problematiek en de vele overplaatsingen die [naam kind] heeft meegemaakt. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om in de komende drie maanden te onderzoeken of een thuisplaatsing bij de vader mogelijk is, en heeft daarbij de noodzaak van hulpverlening voor zowel de vader als [naam kind] onderstreept.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 12 oktober 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/624645 / JE RK 21-2336
datum uitspraak: 7 oktober 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedqatum kind] 2008 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam curator],

hierna te noemen de bijzondere curator, kantoorhoudende te [plaatsnaam].
De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek met bijlagen van de GI van 26 augustus 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de instemmende verklaring d.d. 29 september 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 7 oktober 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], bijgestaan door mr. M.M. Koers, die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de vader,
- de bijzondere curator,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam].

De feiten

Bij beschikking van 8 mei 2015 is de moeder ontheven van het ouderlijk gezag over [naam kind]
en is de GI tot voogdes over hem benoemd.
[naam kind] verblijft op een gesloten groep van Schakenbosch.
Bij beschikking van 6 april 2021 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 28 april 2021 tot 28 oktober 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Sinds het overlijden van de moeder is de situatie veranderd. Vanaf het moment dat de toestand van moeder verslechterde, heeft [naam kind] meer omgang met zijn ouders gekregen. De vader staat er nu alleen voor en hij heeft een andere houding aangenomen ten aanzien van de hulpverlening door de GI. De mogelijkheden voor het perspectief van [naam kind] zijn daardoor ook veranderd. De komende drie maanden zal gekeken worden of het perspectief van [naam kind] bij de vader ligt. Hiervoor moeten de opvoedvaardigheden van de vader in kaart worden gebracht en is de inzet van hulpverlening voor de vader en [naam kind] noodzakelijk. Het plan was om MDFT in te zetten, maar recent is gebleken dat hiervoor een (te) lange wachtlijst is. Daarom wordt gestart met gezinsbegeleiding. Daarnaast is het de bedoeling dat de systeemtherapie waar de ouders in 2020 mee gestart zijn, door de vader wordt voortgezet. Ook [naam kind] zal hierbij betrokken worden. Deze vorm van hulpverlening ziet niet alleen op de opvoedvaardigheden van de vader maar ziet ook op het nakomen van afspraken, het opbouwen van vertrouwen en moet verduidelijken wie welke rol in de gezinssituatie heeft. Indien nodig kunnen ook nog andere vormen van hulpverlening of therapie worden ingezet.
[naam kind] doet het goed bij Schakenbosch. Hij heeft baat bij de duidelijkheid en structuur die hem daar geboden wordt. Hoewel de gesloten setting inmiddels niet meer strikt noodzakelijk is voor [naam kind], is het niet wenselijk dat hij gedurende het onderzoek naar zijn perspectief ter overbrugging wordt overgeplaatst naar een andere (open) groep. Het is veel meer in zijn belang dat vanuit rust en stabiliteit gekeken wordt of hij bij de vader kan worden geplaatst. Of drie maanden hiervoor voldoende zijn, kan nog niet op voorhand worden gezegd. Dit is wel het streven. Binnen drie maanden moet in ieder geval duidelijk zijn welke koers er gevaren gaat worden en wat de hulpverlening met de vader en [naam kind] doet. Als back-up plan wordt ook nog gezocht naar een perspectiefbiedende open groep.

De standpunten

Door en namens [naam kind] is ingestemd met het verzoek van de GI. [naam kind] heeft al op veel verschillende plekken verbleven. Bij Schakenbosch heeft hij het inmiddels naar zijn zin. Hij heeft goed contact met de begeleiders en heeft ook een aantal goede vrienden op de groep. Een overplaatsing betekent voor [naam kind] opnieuw veel onrust in zijn leven omdat hij dan weer moet wennen aan nieuwe mensen en een nieuwe omgeving. Daarbij komt dat een plek op een open groep niet direct beschikbaar is en [naam kind] daardoor ook nog een tijd in onzekerheid verblijft over waar hij dan naartoe zou gaan en wanneer. Ook dat geeft veel onrust en kan een negatief effect hebben op de therapie. [naam kind] heeft aangegeven dat Schakenbosch hem rust en structuur geeft en dat hij daar wil blijven totdat zijn perspectief duidelijk is.
[naam kind] is blij met het contact dat hij inmiddels met de vader heeft. [naam kind] zou graag bij de vader gaan wonen en is dan ook blij dat hiernaar gekeken gaat worden. [naam kind] wil hier graag aan meewerken en staat daarom open voor hulpverlening en therapie. [naam kind] heeft aangegeven dat in de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper onjuist staat vermeld dat hij niet open zou staan voor therapie.
De vader is het eens met het verzoek. Het overlijden van de moeder is erg moeilijk voor de vader. Hij heeft rust en tijd nodig om dat een plek te kunnen geven. De vader is tevreden met de omgang zoals die nu verloopt. De vader ziet dat de plek waar [naam kind] nu verblijft, goed is voor hem. [naam kind] heeft daar rust. De vader hoopt dat [naam kind] over een tijdje bij hem kan komen wonen en staat daarom open voor alle therapie en hulp die hem geboden wordt. De vader woont momenteel alleen en heeft een kamer voor [naam kind] klaar. Tot die tijd is het voor [naam kind] fijn als hij op zijn huidige groep kan blijven.
De bijzondere curator is het eens met het verzoek. [naam kind] heeft de afgelopen maanden een enorm positieve ontwikkeling doorgemaakt. Het gedrag en de onrust van [naam kind] toen hij bij Caterva verbleef, waren behoorlijk zorgelijk. Bij Schakenbosch krijgt hij de structuur die hij nodig heeft en daardoor ervaart [naam kind] rust. Toen de moeder in juni jl. ziek is geworden is het contact tussen [naam kind] en de vader weer opgestart. Na het overlijden van de moeder is dit contact voortgezet en dit verloopt positief. [naam kind] geniet van het contact. De komende drie maanden wordt vol ingezet om de mogelijkheden bij de vader te onderzoeken. Wellicht dat drie maanden niet voldoende zijn om er zeker van te zijn dat [naam kind] bij de vader kan opgroeien, maar deze periode zal in ieder geval voldoende zijn om duidelijkheid te kunnen verkrijgen of [naam kind] al dan niet bij de vader kan opgroeien. Indien blijkt dat een voltijdplaatsing van [naam kind] bij de vader niet tot de mogelijkheden behoort, kan nog gekeken worden naar een deeltijdplaatsing. [naam kind] heeft in zijn leven al op 10 of 11 verschillende plekken verbleven. Hij is het zat om weer ergens anders opnieuw te beginnen. Het is niet in het belang van [naam kind] dat hij voor deze periode nog op een andere groep geplaatst gaat worden, ook niet als dit een open groep is.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter oordeelt hierover als volgt.
[naam kind] is vanwege fysieke en verbale agressie en forse escalaties, het niet accepteren van gezag en het niet houden aan regels, afspraken en dagstructuur op 31 maart 2021 overgeplaatst van de woongroep Caterva naar een gesloten groep van Schakenbosch. Op enkele uitzonderingen na heeft [naam kind] op Schakenbosch een zeer positieve ontwikkeling laten zien. Het gedrag van [naam kind] is aanzienlijk verbeterd. [naam kind] straalt rust uit en hij geeft ook aan rust te ervaren. De structuur en duidelijke kaders binnen de gesloten setting hebben hem goed gedaan.
De afgelopen maanden, vanaf maart, zijn voor [naam kind] erg onrustig geweest door veel ingrijpende veranderingen in zijn leven. Drie maanden na de overplaatsing naar Schakenbosch is de moeder ziek geworden, waarna het contact tussen [naam kind] en de ouders versneld is opgebouwd. In juli is de moeder overleden. Hoewel dit bij het gezin en bij [naam kind] begrijpelijkerwijs tot veel verdriet heeft geleid, heeft het overlijden van de moeder er wel toe geleid dat het contact tussen [naam kind] en de vader op een positieve wijze is hersteld. [naam kind] en de vader hebben inmiddels één keer per week omgang en zij genieten hier beiden van. Het contact tussen [naam kind] en de vader verloopt zelfs dusdanig positief dat onderzocht gaat worden of een thuisplaatsing bij de vader tot de mogelijkheden behoort.
Gelet op de problematiek en alle gebeurtenissen van de afgelopen jaren is dit een positieve, maar toch ook drastische omslag. De initiële problematiek in de zaak van [naam kind], maar ook in die van zijn broers en zussen, was gelegen in de zorgelijke thuissituatie bij de ouders. Er waren sterke bedenkingen over de opvoedkwaliteiten van de ouders en de onveilige opvoedomgeving die zij hun kinderen boden. Die zorgen waren van dien aard dat [naam kind] uit huis is geplaatst en dat later ook het eenhoofdig gezag van de moeder is beëindigd. Nadien heeft een verschuiving van de problematiek plaatsgevonden toen steeds duidelijker werd wat het effect van het handelen van ouders was op [naam kind]. [naam kind] is steeds zorgelijker verdrag gaan vertonen; hij is zich gaan afzetten tegen alles en iedereen. Het gedrag van [naam kind] was uiteindelijk dusdanig heftig dat een gesloten plaatsing noodzakelijk bleek en dat meerdere overplaatsingen niet succesvol zijn verlopen. Daarnaast hebben de ouders een patroon laten zien waarbij zij zich telkenmale niet aan de afspraken hebben gehouden en zich onbetrouwbaar hebben opgesteld. De onbetrouwbare opstelling van ouders heeft [naam kind] in een tweestrijd gebracht. Enerzijds begreep [naam kind] dat de opvoeding van zijn ouders schadelijk is geweest voor hem, dat het beter voor hem was om tijdelijk geen contact met hen te hebben en dat hij weerstand moest bieden tegen de druk die de ouders op [naam kind] uitoefende door toch tegen de afspraken in contact met hem te zoeken. Anderzijds wilde [naam kind] zijn ouders niet laten vallen en was het voor hem een haast onmogelijke opgave om de verleidingen van de ouders te weerstaan. Zoals in eerdere beschikkingen reeds overwogen heeft het loyaliteitsconflict waarin [naam kind] terecht is gekomen een wisselwerking gehad op het vinden van een perspectiefbiedende plek.
Het overlijden van de moeder, hoe triest ook, heeft bij [naam kind] geleid tot een gedragsverandering en rust, mede doordat het loyaliteitsconflict waarin hij al een aantal jaar gevangen zat, deels is weggevallen. De positieve ontwikkeling van [naam kind] heeft nieuwe deuren geopend voor zijn perspectief. Inmiddels wordt door alle betrokkenen vol ingezet op een thuisplaatsing bij de vader. Aangezien eerder is bepaald dat het perspectief van [naam kind] niet meer thuis ligt en de ingezette systeemtherapie van de ouders is stil komen te liggen door het ziekteproces van de moeder, is er nog geen zicht op de huidige opvoedcapaciteiten van de vader. Het is niet alleen van belang dat hier duidelijkheid over komt, maar ook dat dit op een uiterst zorgvuldige manier gebeurt. De vele overplaatsingen en een eerdere mislukte perspectiefplaatsing maken dat het voor de ontwikkeling en veiligheid van [naam kind] noodzakelijk is dat zijn volgende perspectiefplaatsing succesvol gaat verlopen. Het kan en mag niet meer misgaan. Vanuit alle invalshoeken, zowel bij de vader als bij [naam kind], zal onderzocht moeten worden wat de zorgpunten zijn en zo nodig dient hier extra hulpverlening voor worden ingezet. Voor de vader betekent dit niet alleen dat hij over voldoende opvoedkwaliteiten moet beschikken, maar ook dat hij moet beschikken over alle capaciteiten die bij het ouderschap komen kijken, waaronder het zich houden aan afspraken, betrouwbaar zijn en in staat zijn op tijd aan de bel trekken als hij ondersteuning nodig heeft. Daarbij dient de vader alle hulpverlening te aanvaarden die de GI noodzakelijk acht. De problematiek van [naam kind] maakt dat [naam kind] inmiddels meer zorg nodig heeft dan gemiddeld. De vader moet zich hiervan bewust zijn en moet leren hoe hij hiermee moet omgaan.
De GI hoopt in de komende drie maanden duidelijk te hebben of een thuisplaatsing bij de vader mogelijk is. Gedurende het onderzoek naar zijn perspectief is de kinderrechter met alle betrokkenen van oordeel dat het niet wenselijk is dat [naam kind] voor de tussenliggende periode nog wordt overgeplaatst naar een open groep, ook niet als blijkt dat vier of vijf maanden nodig is voor de perspectiefbepaling van [naam kind]. Het is goed van [naam kind] dat hij open staat voor hulpverlening, aangezien zijn medewerking noodzakelijk is voor een perspectiefbepaling. Dat [naam kind] inmiddels goed contact met de groepsbegeleiders heeft en ook een aantal vrienden op de groep heeft, is tekenend voor de positieve ontwikkeling die hij heeft doorgemaakt.
Hoewel het gedrag van [naam kind] dusdanig is verbeterd dat een gesloten setting niet langer om die reden noodzakelijk is, is de kinderrechter van oordeel dat de gesloten plaatsing nog wel noodzakelijk is om vanuit stabiliteit, structuur en rust te werken aan zijn perspectief. Een alternatieve open plek die dezelfde stabiliteit, structuur en rust biedt, is niet voorhanden. Daarnaast kan het wennen aan een nieuwe omgeving en nieuwe mensen een negatief effect hebben op de behandeling van [naam kind]. De eerstvolgende overplaatsing van [naam kind] dient ook de laatste te zijn.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van drie maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 28 oktober 2021 tot
28 januari 2022 betreffende de minderjarige [naam kind].
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2021 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 12 oktober 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.