Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- Alpha Credit Nederland B.V. (hierna: Alpha Credit);
- UWV afdeling Invorderen (hierna: UWV);
- verzoeker;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Sociale Dienst Drechtsteden (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling door verzoekers, die in financiële problemen verkeerden. Verzoekers, een echtpaar, hebben een verzoek ingediend op basis van artikel 287a van de Faillissementswet, waarin zij een schuldregeling hebben aangeboden aan hun schuldeisers. Dit verzoek volgde op een eerdere aanvraag voor een schuldsaneringsregeling, waarbij zij zestien schuldeisers hadden, waarvan twee preferente en veertien concurrente. De totale schuldenlast bedroeg € 32.719,26. Verzoekers boden een regeling aan waarbij zij 11,66% aan de preferente en 5,83% aan de concurrente schuldeisers zouden betalen, gefinancierd door een saneringskrediet.
Tijdens de zitting op 20 september 2021 werd duidelijk dat Alpha Credit, een van de schuldeisers, niet instemde met de aangeboden regeling. Alpha Credit stelde dat de schuld van verzoekers niet te goeder trouw was ontstaan, verwijzend naar een financial-lease overeenkomst voor een auto die total loss was geraakt. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de meerderheid van de schuldeisers, vijftien van de zestien, wel instemde met de regeling. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat het voorstel goed gedocumenteerd was en was getoetst door een onafhankelijke partij, de Sociale Dienst Drechtsteden.
De rechtbank heeft de belangen van verzoekers en de overige schuldeisers afgewogen tegen die van Alpha Credit. Gezien de omstandigheden van verzoekers, waaronder hun leeftijd, gezondheidstoestand en de beperkte afloscapaciteit, heeft de rechtbank geoordeeld dat het aangeboden saneringskrediet het maximaal haalbare was. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om Alpha Credit te bevelen in te stemmen met de schuldregeling, waarbij de kosten van de procedure voor Alpha Credit werden vastgesteld op nihil. Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen, en de rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.