Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de moeder bijgestaan door mr. S. Smidt namens haar advocaat voornoemd;
- de zoon, bijgestaan door zijn advocaat.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de moeder in kort geding een straatverbod gevorderd ten laste van haar zoon. De moeder stelt dat de aanwezigheid van haar zoon in haar woning onhoudbaar is en dat er geen alternatief is voor het gevorderde straatverbod. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de moeder niet heeft voldaan aan haar plicht om haar vorderingen voldoende te onderbouwen. De moeder heeft weliswaar hulp van een instantie bij het opvoeden van haar dochter, maar de voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende feiten zijn aangevoerd die de noodzaak van het straatverbod rechtvaardigen. De moeder heeft geen concrete onderbouwing gegeven van haar stellingen en de producties die zij heeft ingediend zijn te laat in het geding gebracht. De voorzieningenrechter heeft daarom de vorderingen van de moeder afgewezen en de kosten van de procedure gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Klomp en in het openbaar uitgesproken op 1 september 2021.