ECLI:NL:RBROT:2021:10230

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 oktober 2021
Publicatiedatum
19 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/625087 / JE RK 21-2419
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en intrekking machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 oktober 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van [naam kind] het ouderlijk gezag uitoefenen en dat [naam kind] momenteel verblijft in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te Harreveld. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft op 8 september 2021 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot aan zijn meerderjarigheid, alsook om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor een periode van drie maanden. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 oktober 2021 heeft de GI echter het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing ingetrokken, omdat [naam kind] een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en klaar is om naar huis te gaan.

De kinderrechter heeft de ouders en een vertegenwoordiger van de GI gehoord, waarbij een beëdigde tolk in de Poolse taal aanwezig was, aangezien de ouders de Nederlandse taal niet machtig zijn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de doelen die gesteld waren in de jeugdhulp zijn behaald en dat een uithuisplaatsing niet langer noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot aan zijn meerderjarigheid, met de nadruk op het belang van ambulante hulpverlening in de thuissituatie. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/625087 / JE RK 21-2419
Datum uitspraak: 8 oktober 2021

Beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 8 september 2021, ingekomen bij de griffie op 8 september 2021.
Op 8 oktober 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], die voorafgaand aan de mondelinge behandeling apart is gehoord,
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam 1].
Aangezien de ouders de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig zijn, maar wel de Poolse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam 2], tolk in de Poolse taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te Harreveld.
Bij beschikking van 8 oktober 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot
11 oktober 2021.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 16 juli 2021 een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend tot 11 oktober 2021.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de periode tot aan zijn meerderjarigheid. Tevens is verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van drie maanden.
De GI heeft het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing tijdens de mondelinge behandeling ingetrokken.
De GI heeft het gewijzigde verzoek als volgt toegelicht. [naam kind] heeft in de afgelopen periode een positieve ontwikkeling doorgemaakt. De doelen op Harreveld zijn behaald en hij is er klaar voor om naar huis te gaan. Het is van belang om in de thuissituatie hulpverlening in te zetten, maar er is nog geen geschikte hulpverlener gevonden die de Poolse taal spreekt. Het is daarom belangrijk om in de komende periode goed contact te houden met het gezin zodat de positieve lijn wordt vastgehouden. In november/december 2021 heeft [naam kind] zijn examen en hij moet nog worden aangemeld voor een vervolgopleiding. In de komende periode is het van belang om zicht te houden op de situatie en te bezien of er extra ondersteuning in de thuissituatie nodig is.

De standpunten van de belanghebbenden

De vader heeft tijdens de mondelinge behandeling geen verweer gevoerd tegen het verzoek. Hij hoopt dat [naam kind] de positieve ontwikkeling weet door te zetten in de thuissituatie. Hij heeft er vertrouwen in dat het goed komt. [naam kind] is opener en praat meer.
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling eveneens geen verweer gevoerd.

De beoordeling

De kinderrechter stelt allereerst vast dat de GI het verzoek betreffende de uithuisplaatsing van [naam kind] heeft ingetrokken. Daarmee kunnen de gronden van dit verzoek niet meer onderzocht worden en daarom wijst de kinderrechter dit verzoek af.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er sprake is van een positieve ontwikkeling. [naam kind] is op 26 april 2021 overgeplaatst van een gesloten groep naar een open groep. In de afgelopen periode zijn de doelen vanuit Harreveld behaald en een uithuisplaatsing wordt niet langer noodzakelijk geacht. In de komende periode is het belangrijk dat [naam kind] de positieve ontwikkeling weet vast te houden in de thuissituatie. Het is van belang dat hij zijn diploma behaalt, zijn motivatie voor school weet vast te houden en in februari 2022 doorstroomt naar een vervolgopleiding. Daarnaast is het van belang dat [naam kind] leert aan te geven wanneer hij ergens tegenaan loopt. Ambulante hulpverlening in de thuissituatie wordt noodzakelijk geacht, maar het is tot op heden niet gelukt om een Pools sprekende hulpverlener te vinden. De kinderrechter acht de betrokkenheid van de jeugdbeschermer in de komende periode nog noodzakelijk om te bezien of de positieve ontwikkeling zich ook in de thuissituatie doorzet en of verdere ondersteuning nodig is.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur tot aan zijn meerderjarigheid.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot [geboortedatum kind] 2022;
wijst af het meer of anders verzochte;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2021
door mr. A. Verweij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.A. Graven als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 18 oktober 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.