ECLI:NL:RBROT:2021:10233
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-uitkering wegens ontbreken privaatrechtelijke dienstbetrekking
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), welke door de verweerder was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat het dienstverband van eiser niet bij de Belastingdienst bekend was en er geen premies voor de werknemersverzekeringen waren afgedragen. Eiser had zich op 14 maart 2018 ziekgemeld en ontving aanvankelijk een uitkering op grond van de Ziektewet. Na bijna 104 weken ziek te zijn, diende hij een WIA-aanvraag in, maar deze werd afgewezen omdat er volgens de verweerder geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Eiser voerde aan dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om te reageren op nieuwe argumenten die door verweerder tijdens de hoorzitting naar voren waren gebracht. De rechtbank oordeelde dat de bewijslast voor het bestaan van een privaatrechtelijke dienstbetrekking bij eiser lag, en dat hij hierin niet was geslaagd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.