Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedurende de proeftijd gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, een ambulante behandeling bij een forensisch-psychiatrische kliniek zal volgen, niet werkzaam zal zijn in functies met direct contact met minderjarigen en zich zal onthouden van (1 op 1) contact met minderjarigen.
4..Bewijs en bewezenverklaring
juni 2020 te [plaatsnaam], met [naam slachtoffer 1] geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft verdachte
bijdie [naam slachtoffer 1],
bijdie [naam slachtoffer 2]
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Voorlopige hechtenis
9..Benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden;
7 maanden niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
3 jaren;
€ 1.500,-, als vergoeding voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 1] te betalen
€ 1.500(hoofdsom), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;