ECLI:NL:RBROT:2021:10360

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2021
Publicatiedatum
26 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/624390 / JE RK 21-2302
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 oktober 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], geboren in 2014. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 13 oktober 2021 en de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering (GI) heeft verzocht om een verdere verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar. De ouders van [naam kind] zijn niet verschenen op de zitting, maar hebben geen bezwaar gemaakt tegen de verlenging.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de opvoeding en ontwikkeling van [naam kind]. Er zijn problemen met de opvoedvaardigheden van de ouders, die wel liefdevol zijn, maar momenteel niet in staat zijn om [naam kind] adequaat te begrenzen. De school heeft zorgen over het gedrag van [naam kind], die betrokken is bij opstootjes en druk gedrag vertoont. Er is een persoonlijkheidsonderzoek aangevraagd en er zal intensieve ambulante gezinsbegeleiding worden gestart door ASVZ.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat de hulpverlening in het vrijwillige kader niet voldoende is en dat een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de hulpverlening te waarborgen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 13 oktober 2022 en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/624390 / JE RK 21-2302
datum uitspraak: 7 oktober 2021

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2014 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen de vader, zonder vaste woon- of verblijfplaats.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 10 augustus 2021, ingekomen bij de griffie op 24 augustus 2021.
Op 7 oktober 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- een tweetal vertegenwoordigster van de GI, [naam 1] en [naam 2].
Opgeroepen en niet verschenen zijn: de ouders.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] woont bij de ouders.
Bij beschikking van 29 september 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 13 oktober 2021.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van één jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De ouders verzetten zich niet tegen het verlengen van de ondertoezichtstelling en staan open voor hulpverlening. Op school gaat het goed met de cognitieve vaardigheden van [naam kind]. [naam kind] zit momenteel in groep 3 en ontwikkelt zich goed. Wel is [naam kind] met enige regelmaat betrokken bij opstootjes met klasgenootjes en vertoont hij druk gedrag. De school maakt zich ernstig zorgen over zijn gedrag. Er is daarom een persoonlijkheidsonderzoek aangevraagd voor [naam kind]. De moeder vindt het lastig om [naam kind] op een adequate manier te begrenzen. De GI hoopt dat een persoonlijkheidsonderzoek de moeder gaat helpen in het omgaan met het gedrag van [naam kind]. Daarnaast zal ASVZ vanaf 12 oktober gaan starten met intensieve ambulante gezinsbegeleiding. Ook zal ASVZ de ouders hulp bieden bij hun schuldenproblematiek. De GI hoopt op deze manier ook meer zicht te krijgen op het gezin. De ondertoezichtstelling is al meerdere keren verlengd, mede vanwege de vele verhuizingen van het gezin. De hulpverlening kon daarom steeds niet voldoende van de grond komen. Een verlenging van de ondertoezichtstelling is noodzakelijk, zodat ASVZ in het gezin kan gaan starten. Daarnaast is hulpverlening in het vrijwillige kader op dit moment nog te vrijblijvend voor de ouders, omdat de ervaring is dat de moeder afspraken die in het belang zijn voor de ontwikkeling van [naam kind] niet altijd nakomt. De ondersteuning van een jeugdbeschermer blijft noodzakelijk.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er nog steeds ernstige zorgen bestaan over de opvoeding en ontwikkeling van [naam kind]. [naam kind] heeft een achterstand in zijn taal- en spraakontwikkeling en vertoont thuis en op school onhandelbaar gedrag. In de thuissituatie is er sprake van structurele problemen, zowel met betrekking tot praktische zaken als in de opvoedvaardigheden van de ouders. De ouders zijn liefdevol naar [naam kind] toe, maar zijn momenteel onmachtig om [naam kind] op een adequate manier te begrenzen en op te voeden. Het is daarom belangrijk dat er hulpverlening wordt ingezet. Er is hulpverlening van het ASVZ aangevraagd, dan binnenkort zal gaan starten. Het is positief dat de ouders hiervoor open staan en willen meewerken. De kinderrechter acht het van belang dat de ouders zich de komende tijd in blijven zetten voor de hulpverlening. De kinderrechter is van oordeel dat hulpverlening in het vrijwillige kader nog onvoldoende toereikend is en acht een verlenging van de ondertoezichtstelling daarom noodzakelijk.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [naam kind]
daarom verlengen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 13 oktober 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van I.E. Teunissen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 oktober 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.