In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 oktober 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [naam kind 1] en [naam kind 2]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 20 oktober 2020 en liep tot 20 oktober 2021. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van één jaar, omdat de ouders niet in staat zijn om op constructieve wijze met elkaar te communiceren en afspraken te maken in het belang van de kinderen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige [naam kind 1] apart is gehoord.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstig verstoorde communicatie tussen de ouders, wat schadelijk is voor de ontwikkeling van de kinderen. Ondanks dat er in het afgelopen jaar enige vooruitgang is geboekt in het contact tussen de vader en de kinderen, is dit contact sinds augustus 2021 weer gestagneerd. De ouders hebben aangegeven bereid te zijn om het ouderschapsplan te ondertekenen en de zorgregeling na te komen, maar de kinderrechter oordeelt dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft om de situatie te verbeteren.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] verlengd tot 20 april 2022 en het overige verzochte aanhouden tot 1 maart 2022. De GI is verzocht om uiterlijk twee weken voor deze datum te rapporteren over de stand van zaken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.