Op 23 september 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders van [naam kind] aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft de ouders als belanghebbenden aangemerkt en heeft de feiten en het procesverloop in deze zaak besproken.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] momenteel in een pleeggezin verblijft en dat het ouderlijk gezag over hem wordt uitgeoefend door de ouders. Eerder is [naam kind] onder toezicht gesteld en is er een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De GI heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor een periode van zes maanden, maar de kinderrechter heeft besloten om deze machtiging voor een kortere periode van zes weken te verlengen. Dit is gedaan in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind].
De ouders hebben zich ingespannen om een geschikte plek te vinden in een moeder-kindhuis, en er is een intakegesprek gepland. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk één week voor de volgende zittingsdatum te rapporteren over de voortgang van de situatie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ouders zijn geïnformeerd over hun recht om in hoger beroep te gaan tegen deze beschikking.