5.1.2.Beoordeling
Toetsingskader
Voorop gesteld wordt dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van witwassen opgenomen bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Dat er in de onderhavige zaak geen bewijs is dat de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen en horloges afkomstig zijn uit een specifiek misdrijf, staat aan bewezenverklaring dus niet zonder meer in de weg.
Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf, kan immers niettemin bewezen worden geacht dat een voorwerp ‘afkomstig is uit enig misdrijf’, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Het is daarbij aan het openbaar ministerie bewijs aan te dragen van dergelijke feiten en omstandigheden.
Indien de door het openbaar ministerie aangedragen feiten en omstandigheden een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet uit enig misdrijf afkomstig is.
Indien de verdachte de eerdergenoemde verklaring geeft, ligt het op de weg van het openbaar ministerie nader onderzoek te doen naar die verklaring. De rechter zal dan mede op basis van de resultaten van dat onderzoek moeten beoordelen of ondanks de verklaring van de verdachte het witwassen bewezen kan worden op de grond dat (het niet anders kan zijn dan dat) het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Vermoeden van witwassen geldbedrag van € 122.110,- en horloge
Uit de bewijsmiddelen blijkt het volgende.
In de onderzoeksperiode van 1 januari 2013 tot en met 4 juni 2019 heeft de verdachte periodiek salaris genoten van [naam bedrijf 1] , [naam bedrijf 2] en [naam coffeeshop] . Deze inkomsten zijn gebruikt voor het betalen van vaste lasten, maar in een groot deel van de onderzoeksperiode waren deze inkomsten te laag om in de volledige maandelijkse lasten te voorzien. Haar partner [naam medeverdachte] heeft in de onderzoeksperiode geen legale inkomsten uit dienstverband of uit zijn eigen bedrijf gehad. Hij had ook geen legaal vermogen.
In de onderzoeksperiode hebben veelvuldig contante stortingen plaatsgevonden op bankrekeningen van de verdachte. Vanaf 2013 is een totaalbedrag van € 122.110,- gestort op haar rekeningen. Deze stortingen van € 122.110,- maken onderdeel uit van de in de tenlastelegging genoemde totaalsom van € 181.890,-. Deze stortingen kunnen niet worden verklaard uit de legale inkomsten dan wel het legale vermogen van de verdachte.
In de fouillering van de verdachte na haar aanhouding op 4 juni 2019 is een horloge van het merk Rolex, model Day-Date, aangetroffen. De getaxeerde dagwaarde van dit horloge bedroeg € 17.000,-. De waarde en daarmee de vermoedelijke aanschafprijs van dit kostbare horloge kan niet worden verklaard uit de legale inkomsten van de verdachte. Van legaal vermogen van de verdachte is niet gebleken.
Deze feiten en omstandigheden, zowel op zichzelf als in onderling verband beschouwd, rechtvaardigen het vermoeden dat het geldbedrag van in totaal € 122.110,- en het genoemde horloge -middellijk of onmiddellijk- uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Bewijs witwassen geldbedrag van € 122.110,- en horloge
Omdat de verdachte geen verklaring heeft gegeven voor deze stortingen en de herkomst en bekostiging van het horloge, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan en derhalve kan worden bewezen dat deze geldbedragen en het horloge – middellijk of onmiddellijk- van misdrijf afkomstig zijn en dat de verdachte dit wist.
Gewoontewitwassen
Omdat de verdachte gedurende een langere periode, bij herhaling, geldbedragen en tevens het horloge heeft witgewassen, wordt bewezen geacht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen.
Vrijspraak witwassen geldbedrag van € 32.809,59Dit bedrag van € 32.809,59 betreft de totaalsom van de maandelijkse netto salarisbetalingen die de verdachte met ingang van augustus 2017 heeft ontvangen van [naam coffeeshop] , een coffeeshop te Amsterdam. Het dossier bevat aanwijzingen dat sprake was van een fictief dienstverband. Dit betekent echter niet dat bewezen kan worden dat deze gelden -middellijk of onmiddellijk- uit enig misdrijf afkomstig zijn. Niet valt uit te sluiten dat de gelden een legale herkomst hebben (namelijk de reguliere, legale inkomstenstroom van [naam coffeeshop] ). De verdachte zal dan ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Vrijspraak witwassen geldbedrag van € 125.000,--
Dit totaalbedrag van € 125.000,- is door dhr. [naam persoon] / [naam bedrijf 1] gestort op de rekening van [naam medeverdachte] . Bij de stortingen staat vermeld dat het zou gaan om leningen. Nu deze stortingen zijn gedaan op de rekening van [naam medeverdachte] kan de rechtbank niet vaststellen dat, behalve [naam medeverdachte] , ook de verdachte deze gelden voorhanden heeft gehad, alleen, dan wel handelend als mededader van [naam medeverdachte] . De verdachte zal daarom ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken
Vrijspraak witwassen contante stortingen van € 59.780,--
Dit bedrag van € 59.780,- maakt onderdeel uit van de in de tenlastelegging genoemde totaalsom van € 181.890,- en betreft contante stortingen op rekeningen van [naam medeverdachte] . Omdat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte deze geldbedragen alleen dan wel als mededader van [naam medeverdachte] voorhanden heeft gehad, zal zij ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Vrijspraak witwassen andere horloges
Niet kan worden bewezen dat de verdachte als dader dan wel als mededader betrokken is geweest bij het witwassen van de twee horloges die onder [naam medeverdachte] in beslag zijn genomen, namelijk het horloge van het merk Audemars Piquet en het horloge van het merk Rolex, type Yacht Master. Er is onvoldoende bewijs dat de verdachte deze horloges alleen dan wel tezamen en in vereniging met [naam medeverdachte] voorhanden heeft gehad.
De verdachte zal daarom ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.