Op 18 oktober 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had verzocht om de voortzetting van de op 14 oktober 2021 opgelegde crisismaatregel, omdat betrokkene bij aanvang van de opname een psychotisch toestandsbeeld vertoonde, vermoedelijk door middelengebruik. Betrokkene, die sinds een week in Nederland was, had risicovol gedrag vertoond en vertoonde nog steeds een paranoïde psychotisch toestandsbeeld. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 oktober 2021 was betrokkene aanwezig met zijn advocaat, mr. L.M. Deiman, en een arts van Antes. Aangezien betrokkene de Nederlandse taal niet machtig was, werd er een tolk in de Litouwse taal ingeschakeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er bij betrokkene nog steeds sprake was van een psychotisch toestandsbeeld, maar dat hij geen verzet toonde tegen een vrijwillig verblijf in de kliniek. Betrokkene gaf aan dat hij angstig was en bereid was om medicatie in te nemen indien de arts dat nodig achtte. De rechtbank oordeelde dat er op dat moment onvoldoende grond was om verplichte zorg toe te wijzen en heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. J.J. Klomp en schriftelijk uitgewerkt op 22 oktober 2021.