Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 1 maart 2021, met acht producties,
- de conclusie van antwoord, met twee producties,
- de mondelinge behandeling van 20 september 2021; van deze zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
Bevoegdheid van de civiele kamer van de rechtbank
met invoegen bezig wastoen zijn auto aan de linker achterzijde werd aangereden door de onbekend gebleven bestuurder. Naar het oordeel van de rechtbank voert het Waarborgfonds, uitgaande van deze toedracht, terecht aan dat – indien [eiser] aan het invoegen was naar de linker rijbaan toen hij aangereden werd door de onbekend gebleven bestuurder – [eiser] zelf aansprakelijk is voor de schade op grond van artikel 54 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Ingevolge artikel 54 RVV 1990 moeten bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren, zoals van rijstrook wisselen, het overige verkeer voor laten gaan.
begonnen was met invoegen. Het beginnen met invoegen doe je volgens [eiser] door het aanzetten van je knipperlicht en het kijken naar links of er verkeer aankomt. Men zou de beschreven toedracht in de dagvaarding en in het proces-verbaal van de aangifte dus breder moeten interpreteren, aldus [eiser] . Deze toelichting van de toedracht van [eiser] ter zitting impliceert dat de onbekend gebleven bestuurder een beweging naar rechts heeft gemaakt om de auto van [eiser] aan de linker achterzijde te raken. [eiser] heeft de onbekend gebleven bestuurder echter zelf niet gezien en er zijn geen getuigen van de aanrijding die deze toedracht van de aanrijding kunnen bevestigen.
€ 563,00 (tarief II)).