Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 28 september 2021, met 3 producties;
- het schriftelijke verweer van de vrouw, met 16 producties;
- de mondelinge behandeling op 29 oktober 2021.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vorderde de man dat de vrouw de echtelijke woning zou ontruimen. Partijen zijn voormalige echtgenoten en de rechtbank had eerder bepaald dat de vrouw tot 25 augustus 2021 in de woning mocht blijven wonen. De man, eigenaar van de woning, had de vrouw gesommeerd de woning te verlaten, maar zij had hieraan geen gevolg gegeven. De vrouw voerde aan dat zij meer tijd nodig had om een andere woning te vinden vanwege haar financiële situatie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw zonder recht of titel in de woning verbleef en dat de man een spoedeisend belang had bij de ontruiming, aangezien de woning een bedrijfswoning betrof. De voorzieningenrechter wees de vordering van de man toe, maar gaf de vrouw tot 1 december 2021 de tijd om de woning te ontruimen. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de vrouw niet aan de veroordeling voldeed. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.