ECLI:NL:RBROT:2021:10769

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2021
Publicatiedatum
8 november 2021
Zaaknummer
C/10/625116 / JE RK 21-2425
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het belang van verzorging en opvoeding

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 oktober 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2009. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, aanwezig was. De ouders van de minderjarige zijn betrokken, maar de vader was niet aanwezig op de zitting. De moeder steunt het traject voor de uithuisplaatsing, terwijl de vader een andere visie heeft op de problematiek van de minderjarige.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat het gedrag van de minderjarige in de thuissituatie onhoudbaar is, wat leidt tot stagnatie in zijn ontwikkeling. Ondanks eerdere positieve ervaringen in een behandelsetting, vertoont de minderjarige bij thuiskomst oud gedrag. De ouders kunnen de noodzakelijke structuur en regelmaat niet bieden die de minderjarige nodig heeft. Daarom is een uithuisplaatsing in een geschikte accommodatie noodzakelijk, met de verwachting dat de minderjarige binnen enkele weken kan worden geplaatst.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een accommodatie voor jeugdhulp, met ingang van 15 oktober 2021 tot 31 maart 2022. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/625116 / JE RK 21-2425
datum uitspraak: 15 oktober 2021

beschikking uithuisplaatsing

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2009 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 8 september 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 15 oktober 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord is een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder,
- de vader.
[voornaam minderjarige] is in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 23 maart 2021 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 31 maart 2022.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie zorgaanbieder verzocht voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het is jammer dat de vader niet bij de zitting is. Het is erg moeilijk om met hem in contact te komen. De moeder staat achter het traject om [voornaam minderjarige] naar een gezinshuis/kinderwoonvorm te laten gaan, maar de vader heeft zijn eigen visie op de problematiek van [voornaam minderjarige] . De bedoeling is dat [voornaam minderjarige] voor een langere tijd bij een gezinshuis/kinderwoonvorm zal blijven zodat hij daar de structuur en vaste basis krijgt die hij nodig heeft. Hopelijk zal daardoor ook het contact met de ouders verbeteren.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat het gedrag van [voornaam minderjarige] in de thuissituatie, zowel bij de vader als bij de moeder, onhoudbaar is. Het contact van [voornaam minderjarige] met de ouders en zijn schoolgang lijden hieronder. Zij ontwikkeling stagneert. Twee opnames bij Yulius zijn positief afgerond, maar bij thuiskomst vervalt [voornaam minderjarige] in oud gedrag. Deze directe omslag is opmerkelijk. Gebleken is dat structuur, regelmaat en duidelijke kaders noodzakelijk zijn voor [voornaam minderjarige] om toe te kunnen komen aan zijn ontwikkeling. Een dergelijke setting die aansluit bij de behoeftes van [voornaam minderjarige] kunnen de ouders hem niet bieden. Een uithuisplaatsing in een accommodatie die passend is bij de problematiek van [voornaam minderjarige] en hem de nodige structuur biedt is daarom noodzakelijk. [voornaam minderjarige] is reeds aangemeld voor een gezinshuis/kinderwoonvorm, maar staat nog op een wachtlijst. Verwacht wordt dat [voornaam minderjarige] binnen enkele weken terecht kan.
Uit het voorgaande volgt dat de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek).

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder met ingang van 15 oktober 2021 tot 31 maart 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2021 door mr. A.J. van Dijk, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 november 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.