In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 oktober 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden, omdat er al lange tijd sprake is van strijd tussen de ouders, wat leidt tot een loyaliteitsconflict voor de kinderen. De vader heeft niet meegewerkt aan het raadsonderzoek, waardoor er onvoldoende zicht is op de thuissituatie en opvoedvaardigheden van de vader. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie zorgelijk is, vooral gezien de somberheid van [voornaam minderjarige 1] en haar achteruitgang op school. De moeder steunt het verzoek, maar maakt zich zorgen over de communicatie met de vader.
De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen en geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om zicht te krijgen op de opvoedomgeving bij de vader en om de communicatie tussen de ouders te verbeteren. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 4 november 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.