In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot toewijzing van een dwangakkoord. Verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft op 15 september 2021 een verzoek ingediend om een schuldregeling aan te bieden aan zijn schuldeisers, waaronder de gemeente Rotterdam en Anderzorg. De gemeente Rotterdam heeft echter geweigerd in te stemmen met de aangeboden regeling, die voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker en de overige schuldeisers afgewogen tegen de belangen van de gemeente Rotterdam. De rechtbank oordeelt dat de gemeente Rotterdam in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, gezien het feit dat alle andere schuldeisers akkoord zijn gegaan met de regeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling goed gedocumenteerd is en dat verzoeker zich heeft ingespannen om zijn schuldenproblematiek op te lossen. De rechtbank heeft de gemeente Rotterdam dan ook bevolen om in te stemmen met de schuldregeling en heeft de kosten van de procedure aan de gemeente opgelegd. Het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de aangeboden regeling een gunstiger resultaat zal opleveren voor de schuldeisers dan de schuldsaneringsregeling.