Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
De verschenen gedaagde wordt hierna [naam] genoemd.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Vestia, eiseres, en gedaagden die zonder recht in een woning verblijven. Vestia, eigenaar van de woning, heeft een vordering tot ontruiming ingesteld, omdat zij de woning wil slopen en vervangen door nieuwbouw. De procedure begon met een dagvaarding op 13 oktober 2021, gevolgd door een mondelinge behandeling op 19 oktober 2021. Tijdens de behandeling werd duidelijk dat de gedaagden, ondanks eerdere toezeggingen, de woning niet tijdig zouden verlaten. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Vestia een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, aangezien de sloop van de woning op 1 november 2021 gepland staat. De rechter oordeelde dat het belang van Vestia om de woning te ontruimen zwaarder weegt dan het belang van de gedaagden om in de woning te blijven, ook al hebben zij geen alternatieve woonruimte. De vordering tot ontruiming is toegewezen, en gedaagden zijn veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning te verlaten. Tevens zijn gedaagden hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.