ECLI:NL:RBROT:2021:11114

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2021
Publicatiedatum
16 november 2021
Zaaknummer
C/10/625231 / KG ZA 21-779
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan levering onroerende zaak en betaling geldsom in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap NACHTEGALEN INVESTMENTS B.V. (eiseres) en GOLD FLEET INVESTMENTS B.V. (gedaagde). De eiseres vorderde dat de gedaagde zou meewerken aan de levering van een onroerende zaak en betaling van een geldsom. De gedaagde is niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding en de betekening aan de gedaagde correct zijn uitgevoerd, waardoor verstek werd verleend. Eiseres heeft een spoedeisend belang aangetoond, omdat zij de koopprijs en vergoedingen dringend nodig heeft om aan verplichtingen tegenover derden te voldoen.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres grotendeels toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis onvoorwaardelijk mee te werken aan de levering van de onroerende zaak en de koopsom te betalen. Daarnaast werd een dwangsom opgelegd van € 25.000,00 ineens en € 5.000,00 voor elke dag dat de gedaagde niet aan de veroordeling voldoet, met een maximum van € 500.000,00. De gedaagde werd ook veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 328.500,00 aan eiseres, vermeerderd met een dagelijkse vergoeding van € 1.500,00 vanaf 8 oktober 2021 tot de dag van levering.

De proceskosten aan de zijde van eiseres werden begroot op € 4.959,38, en de gedaagde werd veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin op 28 oktober 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/625231 / KG ZA 21-779
Vonnis in kort geding van 27 oktober 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NACHTEGALEN INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Bergen (NH),
eiseres,
advocaat mr. R. Sekeris te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GOLD FLEET INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Spijkenisse,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen worden hierna Nachtegalen en Gold Fleet genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 8 oktober 2021, met producties 1 tot en met 18,
  • de aanvullende producties 19 en 20 van Nachtegalen,
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 19 oktober 2021,
  • de pleitnotities van mr. Sekeris.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De vordering en de grondslag daarvan

2.1.
Nachtegalen vordert – verkort weergegeven – dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
Gold Fleet veroordeelt om binnen twee werkdagen na betekening van het vonnis onvoorwaardelijk mee te werken aan de levering aan Nachtegalen van de onroerende zaak aan de [adres] (hierna: de onroerende zaak) door alle nodige handelingen te verrichten, waaronder het betalen van de koopsom op de derdengeldenrekening van de notaris en de documenten aan te leveren die de notaris nodig heeft om de leveringsakte van de onroerende zaak te passeren,
bepaalt dat Gold Fleet dwangsommen verbeurt van € 50.000,00 ineens en van € 2.000,00 per dag, waaronder begrepen een dagdeel, indien Gold Fleet in gebreke blijft met de uitvoering van het onder 1 gevorderde,
Gold Fleet veroordeelt tot betaling aan Nachtegalen van € 328.500,00 (berekend vanaf 18 februari 2021 tot en met 7 oktober 2021), te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, vermeerderd met betaling van € 1.500,00 per dag, te rekenen vanaf 8 oktober 2021 tot de dag dat de onroerende zaak is geleverd, en – voor het geval voldoening niet binnen de termijn plaatsvindt – de wettelijke rente daarover,
Gold Fleet veroordeelt in de kosten van dit geding, waaronder de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening niet binnen die termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
2.2.
De voorzieningenrechter begrijpt, gelet op de inhoud van de dagvaarding en de toelichting ter zitting, dat in het petitum onder 1, tweede regel, bedoeld is aan haar (Gold Fleet) in plaats van aan Nachtegalen. Nachtegalen is immers de verkoper, niet de koper. Dit moet voor Gold Fleet ook duidelijk zijn geweest en de vordering wordt aldus verbeterd gelezen.
2.3.
Nachtegalen legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.
Nachtegalen heeft de onroerende zaak op grond van een op 30 december 2020 gesloten koopovereenkomst verkocht aan Gold Fleet voor een koopsom van € 1.000.000,00 (kosten koper). Nachtegalen en Gold Fleet zijn daarbij als leveringsdatum 29 januari 2021 overeengekomen. Op de afgesproken datum heeft Gold Fleet geen medewerking aan de levering verleend. Zo heeft zij de benodigde UBO- en PEP-verklaringen niet aangeleverd en de koopsom niet betaald. In overleg tussen partijen is de leveringsdatum vervolgens herhaaldelijk uitgesteld. Daarbij zijn Nachtegalen en Gold Fleet overeengekomen dat Gold Fleet een schadevergoeding van € 10.000,00 (tot en met 5 januari 2021) aan Nachtegalen verschuldigd is alsook een vergoeding van € 1.500,00 per dag (behoudens zondagen), te rekenen vanaf 18 februari 2021 tot de dag van levering. Voorts hebben partijen afgesproken dat Nachtegalen een rentevergoeding van € 20.000,00 aan Nachtegalen betaalt in verband met een door Nachtegalen aangegane lening van € 200.000,00. Omdat levering uit is gebleven, heeft de advocaat van Nachtegalen Gold Fleet bij brief van 15 juli 2021 in gebreke gesteld en haar tot uiterlijk 23 juli 2021 de mogelijkheid geboden tot medewerking aan de levering en betaling van de koopsom, de kosten koper, en de overeengekomen vergoedingen. Gold Fleet heeft haar medewerking inmiddels nog steeds niet verleend en (dus) ook niet betaald.

3..De beoordeling

3.1.
In de dagvaarding en de betekening daarvan zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek tegen Gold Fleet wordt verleend.
3.2.
Nachtegalen heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen, nu zij stelt dat ze de koopprijs en de overeengekomen vergoedingen dringend nodig heeft om aan haar verplichtingen tegenover derden te kunnen voldoen. Dat dergelijke verplichtingen bestaan heeft zij voldoende toegelicht. Daarnaast volgt uit de door Gold Fleet overgelegde correspondentie dat Nachtegalen de vorderingen erkent.
3.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Nachtegalen toegelicht dat zij ook de betaling van het bedrag van € 382.500,00 via de notaris wil laten lopen. Daarmee wordt alles, dus ook de betalingen van de vergoedingen, op een zakelijke manier afgehandeld en kunnen de achtergronden van de betrokkenen en de herkomst van de gelden worden gecontroleerd. Mede gelet hierop komt het gevorderde de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. Het gevorderde wordt toegewezen met inachtneming van het volgende.
3.4.
De termijn voor het verlenen van medewerking aan de levering wordt, zoals ter zitting besproken, bepaald op twee weken na betekening van het vonnis. Daarmee krijgt de notaris voldoende gelegenheid om de nodige voorbereidingen te treffen. De voorzieningenrechter neemt aan dat met de notaris een notaris verbonden aan [naam notariskantoor] te [plaatsnaam] wordt bedoeld, nu naar dit kantoor wordt verwezen in artikel 3 van de koopovereenkomst.
3.5.
De gevorderde dwangsom wordt toegewezen. De dwangsom wordt bepaald op
€ 25.000,00 ineens en € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Gold Fleet niet aan de veroordeling voldoet. Daarbij geldt een maximum van € 500.000,00.
3.6.
Nachtegalen heeft in de dagvaarding toegelicht dat het gevorderde bedrag van
€ 328.500,00 bestaat uit de overeengekomen vergoedingen van € 10.000,00 en € 20.000,00 alsook een vergoeding van € 1.500,00 vanaf 18 februari tot en met 7 oktober 2021 (in totaal 199 dagen, zondagen niet inbegrepen). Ook in zoverre komt het gevorderde niet onrechtmatig en ongegrond voor, de terughoudendheid bij een geldvordering in kort geding in aanmerking nemende.
Uit de afspraken tussen partijen volgt echter dat de dagvergoeding een vergoeding voor de vertraging inhoudt; die vergoeding loopt door totdat daadwerkelijk is afgenomen en betaald. Daarmee is de gevorderde rente, die immers ook een vergoeding voor de vertraging inhoudt, niet zonder meer te verenigen. Bij gebreke van een deugdelijke grondslag en zonder nadere toelichting wordt dat deel van de vordering dan ook, als ongegrond, afgewezen.
3.7.
Gold Fleet wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van Nachtegalen worden begroot op € 4.959,38
(€ 103,38 kosten betekening oproeping, € 4.200,00 aan griffierecht en € 656,00 aan salaris advocaat). De gevorderde nakosten en de wettelijke rente over de proces- en nakosten worden toegewezen op de in de beslissing te vermelden wijze.

4..De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
verleent verstek tegen Gold Fleet,
4.2.
veroordeelt Gold Fleet om binnen twee weken na betekening van dit vonnis onvoorwaardelijk mee te werken aan de levering door Nachtegalen aan haar van de onroerende zaak aan de [adres] door alle nodige handelingen te verrichten, waaronder het betalen van de koopsom op de derdengeldenrekening van de notaris en de documenten aan te leveren die de notaris nodig heeft om de leveringsakte van de onroerende zaak te passeren,
4.3.
veroordeelt Gold Fleet om aan Nachtegalen een dwangsom te betalen van € 25.000,00 ineens en € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 4.2. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 500.000,00 is bereikt,
4.4.
veroordeelt Gold Fleet tot betaling aan Nachtegalen van € 328.500,00, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, te vermeerderen met betaling van
€ 1.500,00 per dag, te rekenen vanaf 8 oktober 2021 tot de dag dat de onroerende zaak is geleverd,
4.5.
veroordeelt Gold Fleet in de proceskosten, aan de zijde van Nachtegalen tot op heden begroot op € 4.959,38, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
4.6.
veroordeelt Gold Fleet in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Gold Fleet niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
4.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin op 28 oktober 2021.
[2971/106]