ECLI:NL:RBROT:2021:11223
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Uitstel van voorwaardelijke invrijheidstelling wegens onvoldoende inperking van recidiverisico
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 3 augustus 2021 uitspraak gedaan over de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling van een veroordeelde, die gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Dordrecht. De veroordeelde had een gevangenisstraf van 32 maanden opgelegd gekregen door het Hof van beroep te Antwerpen, met een voorwaardelijke invrijheidstelling die op 26 augustus 2021 zou ingaan. Het Openbaar Ministerie diende op 26 juli 2021 een vordering in tot uitstel van deze invrijheidstelling, omdat het recidiverisico onvoldoende kon worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden. De rechtbank heeft de zaak op een openbare zitting behandeld, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de veroordeelde aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering ontvankelijk is en dat er geen sprake is van termijnoverschrijding. De rechtbank oordeelde dat het recidiverisico hoog is en dat er aanvullende voorwaarden nodig zijn om dit risico te beheersen. De rechtbank heeft besloten de voorwaardelijke invrijheidstelling uit te stellen met een termijn van maximaal 60 dagen, in plaats van de 120 dagen die door de officier van justitie was gevorderd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken.