Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de op de rol van 17 juni 2020 door Hebo genomen akte in de hoofdzaak, met producties
- de op de rol van 26 augustus 2020 door de verzekeraars genomen antwoordakte, met producties
- de zittingsagenda van 19 maart 2021
- de op de rol van 19 april 2019 door de verzekeraars genomen akte overlegging producties, met producties
- de spreekaantekeningen van de verzekeraars in de hoofdzaak en van Spanbeton in de vrijwaringszaak
- de spreekaantekeningen van Hebo, met bijlage
- het proces-verbaal van de voortzetting van de comparitie op 19 april 2021
- de brief van de advocaat van Hebo van 5 mei 2021 met opmerkingen over het proces-verbaal
- de brief van de advocaat van de verzekeraars en van Spanbeton van 6 mei 2021 met opmerkingen over het proces-verbaal
- de brief van de advocaat van Hebo van 10 mei 2021
- het e-mailbericht van de rechtbank aan de advocaten van de verzekeraars en Hebo van 18 mei 2021 met de mededelingen (i) dat de rechtbank kennis heeft genomen van de diverse reacties op het proces-verbaal, (ii) dat deze aan de processtukken zijn toegevoegd en (iii) dat de rechtbank mr. P.A. den Haan, advocaat van Hebo, in de gelegenheid stelt de bewuste e-mail ook digitaal in het geding te brengen, waarna mr. Zandt een akte kan nemen zij het dat het hem niet is toegestaan om hierin nader inhoudelijk op de kwestie in te gaan
- het vervolgens door de rechtbank van mr. A.M. van Spaandonk, advocaat van Hebo, per e-mail van 18 mei 2021 ontvangen digitale e-mailbestand als hiervoor bedoeld, welk e-mailbestand bestaat uit een e-mail van 10 juni 2015 en een door middel van die e-mail verzonden bijlage die bestaat uit een pdf-bestand van een brief van Hebo aan Spanbeton van 12 maart 2015
- de op de rol van 16 juni 2021 door de verzekeraars en Spanbeton genomen akte.
- de conclusie van antwoord in reconventie, met één productie
- de conclusie van repliek in conventie, met producties
- de conclusie van dupliek in conventie van [naam gedaagde], met producties
- de conclusie van dupliek in conventie in vrijwaring van Spanbeton
- de zittingsagenda van 19 maart 2021
- de akte overlegging producties van Spanbeton, met producties
- de spreekaantekeningen van Hebo, met bijlage
- de spreekaantekeningen van de verzekeraars in de hoofdzaak en van Spanbeton in de vrijwaringszaak
- de spreekaantekeningen van [naam gedaagde]
- het proces-verbaal van de voortzetting van de comparitie op 19 april 2021
- de brief van de advocaat van Hebo van 5 mei 2021 met opmerkingen over het proces-verbaal
- de brief van de advocaat van [naam gedaagde] van 5 mei 2021 met opmerkingen over het proces-verbaal
- de brief van de advocaat van de verzekeraars en van Spanbeton van 6 mei 2021 met opmerkingen over het proces-verbaal
- de brief van de advocaat van Hebo van 10 mei 2021
- het e-mailbericht van de rechtbank aan de advocaten van de verzekeraars en Hebo van 18 mei 2021 met de mededelingen (i) dat de rechtbank kennis heeft genomen van de diverse reacties op het proces-verbaal, (ii) dat deze aan de processtukken zijn toegevoegd en (iii) dat de rechtbank mr. P.A. den Haan, advocaat van Hebo, in de gelegenheid stelt de bewuste e-mail ook digitaal in het geding te brengen, waarna mr. Zandt een akte kan nemen zij het dat het hem niet is toegestaan om hierin nader inhoudelijk op de kwestie in te gaan
- het vervolgens door de rechtbank van mr. A.M. van Spaandonk, advocaat van Hebo, per e-mail van 18 mei 2021 ontvangen digitale e-mailbestand als hiervoor bedoeld, welk e-mailbestand bestaat uit een e-mail van 10 juni 2015 en een door middel van die e-mail verzonden bijlage die bestaat uit een pdf-bestand van een brief van Hebo aan Spanbeton van 12 maart 2015
- de op de rol van 16 juni 2021 door de verzekeraars en Spanbeton genomen akte.
2..De feiten in de hoofdzaak en de vrijwaringszaak
3..Het geschil in de hoofdzaak
4..Het geschil in de vrijwaringszaak
Staffel buitengerechtelijke incassokosten(BIK)” op € 1.080,33 dan wel op een zodanig bedrag dat de rechtbank in goede justitie meent te behoren, met veroordeling van Hebo in de proceskosten alsmede in de nakosten ad € 157,00, dit bedrag te verhogen met € 82,00 indien het vonnis moet worden betekend.
5..De beoordeling in de hoofdzaak
Inleiding
Van de artikelen 960 en 962 lid 2 en lid 3, eerste zin, kan niet worden afgeweken.
de verzekeringnemer[cursivering; Rechtbank], tenzij anders is overeengekomen.
“alsmede een ieder wiens belang onder deze verzekering is gedekt”in artikel 1 AVGV 2012 betekent dat, indien Hebo ten tijde van het schadevoorval een door de polis verzekerd belang heeft, Hebo verzekerd is onder de polis. Bovendien is tussen partijen niet in geschil dat uit het hierboven aangehaalde gedeelte van artikel 3 AVGV 2012 en uit het hierboven aangehaalde gedeelte van pagina 1 van het polisaanhangsel volgt dat de onderhavige brugliggers kwalificeren als ‘verzekerde zaken’. In geschil is echter of Hebo een belang heeft(had) dat ten tijde van het schadevoorval door de polis verzekerd was. Hebo meent van wel, de verzekeraars menen van niet.
6..De beoordeling in de vrijwaringszaak
in conventie
€ 23.100,-- aan tijdverlet en een bedrag van € 7.433,-- aan expertisekosten. Volgens [naam eiseres 2] is Hebo aansprakelijk voor deze schade. Daaraan legt zij het volgende ten grondslag. Krachtens artikel 8:990 lid 1 BW komt de exploitatie van de [naam ponton] voor rekening van Hebo, hetgeen betekent dat op Hebo de verplichting rustte om voorafgaande aan het vervoer een sterkteberekening uit te voeren. In deze verplichting is Hebo tekortgeschoten, met als gevolg de beschadiging van de [naam ponton]. De schade aan de [naam ponton] is door de cascoverzekeraars van de eigenaar van dit ponton, [naam bedrijf 2], vergoed, zodat hiervoor geen regres is uitgeoefend op [naam eiseres 2]. Wél werd door [naam bedrijf 2] volhard in de vordering voor de geleden bedrijfsschade. Hiervoor is door [naam eiseres 2] een bedrag van
€ 22.500,-- betaald aan [naam bedrijf 2] De eigen schade van [naam eiseres 2] als gevolg van de tekortkoming van Hebo bestaat uit het geleden tijdverlet. Hiervoor is door [naam eiseres 2] een factuur gezonden aan Hebo voor een bedrag van € 23.100,--. Dit bedrag bestaat uit bovengenoemd bedrag van € 22.500,-- dat door [naam eiseres 2] is betaald aan [naam bedrijf 2], vermeerderd met het tarief dat [naam eiseres 2] in rekening brengt voor het doorbevrachten van de [naam ponton] aan Hebo. Krachtens artikel 6:74 BW is Hebo dus verplicht dit schadebedrag van € 23.100,-- te vergoeden aan [naam eiseres 2]. Dit volgt ook uit de artikelen 2 sub 2, 2 sub c en 3 sub b van de toepasselijke Dekschuitengebruiksvoorwaarden. Tot op heden heeft Hebo genoemde factuur onbetaald gelaten. Verder is door [naam eiseres 2] een expert ingeschakeld voor de vaststelling van schade en aansprakelijkheid. Diens expertisekosten bedragen in totaal
€ 7.433,--. Ook hiervoor is Hebo om bovengenoemde redenen aansprakelijk.
7..De beslissing
€ 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat de verzekeraars niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
€ 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Hebo niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
€ 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Hebo niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
€ 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Hebo niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
€ 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Spanbeton niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;