Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 februari 2021 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [woonplaats eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Indien zich na het verlenen van de toestemming omstandigheden voordoen of feiten bekend worden op grond waarvan verweerder de toestemming niet zou hebben verleend, indien zij zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest op het tijdstip waarop de korpschef de toestemming verleende, dan kan verweerder de toestemming op grond van artikel 7, vijfde lid, van de Wpbr intrekken.
De term ‘betrouwbaarheid’ heeft verweerder nader ingevuld in de ten tijde van het nemen van het bestreden besluit geldende Beleidsregels particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus 2019 (de Beleidsregels, inwerkingtreding 12 april 2019, Stcrt. 2019, 19733). Uit paragraaf 3.3, aanhef en onder a van die Beleidsregels volgt dat toestemming wordt onthouden wanneer de persoon waarvoor toestemming wordt gevraagd, kort gezegd, is veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf waarbij een geldboete is opgelegd. De Beleidsregels stellen een door het OM opgelegde strafbeschikking gelijk aan een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak. Van de in de Beleidsregels genoemde terugkijktermijn kan worden afgeweken indien gelet op de aard van het strafbare feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, de geringe kans op recidive en recente persoonlijke ontwikkelingen toepassing daarvan een voor betrokkene onevenredig nadeel zou meebrengen ten opzichte van het daarmee te dienen belang.
Het is vaste rechtspraak dat verweerder beoordelingsruimte toekomt bij de beoordeling of iemand voldoende betrouwbaar is. De invulling die in onderdeel 3.3, aanhef en onder a, van de Beleidsregels aan de term ‘betrouwbaarheid’ is gegeven, is niet onredelijk of anderszins onjuist. Aan medewerkers in de beveiligingsbranche mogen, gelet op de aard van deze branche, hogere eisen worden gesteld dan aan medewerkers in willekeurige andere betrekkingen. Dit betekent dat verweerder als beoordelingsmaatstaf mag hanteren dat de betrouwbaarheid en integriteit van beveiligingsmedewerkers boven iedere twijfel verheven dienen te zijn.