ECLI:NL:RBROT:2021:11504

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 november 2021
Publicatiedatum
24 november 2021
Zaaknummer
C/10/628015 / JE RK 21-2893
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 9 november 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van [naam kind], geboren in 2005, die onder toezicht is gesteld. De Raad voor de Kinderbescherming heeft een machtiging verzocht voor gesloten jeugdhulp, omdat er ernstige zorgen zijn over het gedrag van [naam kind]. Hij heeft agressief gedrag vertoond, geld geëist van zijn ouders en heeft niet adequaat gereageerd op eerdere hulpverlening. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende Nederlands spreken en heeft een tolk ingeschakeld voor de zitting. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de ouders hebben hun zorgen geuit over de situatie van [naam kind]. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen tot 1 januari 2022, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te beoordelen op basis van het gedrag van [naam kind]. De kinderrechter heeft ook verzocht om een rapportage van de Raad en een instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper voor de volgende zitting op 16 december 2021. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/628015 / JE RK 21-2893
datum uitspraak: 9 november 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,

betreffende
[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2005 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder], hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader], hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van deze rechtbank van 1 november 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de instemmende verklaring van 6 november 2021 van de gekwalificeerde gedrags-wetenschapper.
Op 9 november 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- [naam kind], die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat
mr. J. van den Ende,
- de moeder,
- de vader,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de Raad, [naam 1] en
[naam 2],
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam
Rijnmond, hierna te noemen de GI, [naam 3].
Aangezien de ouders de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig zijn, maar wel de taal Syrisch-Arabisch, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam 4], tolk in de Syrische-Arabische taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de broer van [naam kind], te weten [naam 5], en hem ter zitting aangemerkt als informant.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] verblijft bij Harreveld.
Bij beschikking van 1 november 2021 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot 1 februari 2022. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 1 november 2021 tot 29 november 2021. De beslissing over het overig verzochte is aangehouden.

Het aangehouden verzoek en het standpunt van de Raad

De Raad heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De grootste zorg is gelegen in het feit dat er tot op heden nog veel onduidelijk is. Gebleken is dat zowel bij de gedragswetenschapper als bij de hulpverlening de gesprekken met [naam kind] zeer moeizaam verlopen. Het is echter positief dat [naam kind] hier nu wel voor open lijkt te staan. In de komende periode moet duidelijk worden wat de achterliggende reden is dat het in de afgelopen periode mis is gegaan. [naam kind] was fysiek agressief en dwong geld af bij de ouders. Het is te hopen dat [naam kind] niet alleen zegt dat hij zich anders gaat gedragen, maar dat hij hier ook daadwerkelijk toe in staat blijkt. De Raad acht het in het belang van [naam kind] dat er een nieuw gesprek met een gedragswetenschapper plaatsvindt. Verder acht de Raad het van belang dat er in de komende periode onderzoek naar de pedagogische vaardigheden van de ouders wordt verricht.

Het standpunt van de GI

De GI heeft het verzoek van de Raad onderschreven. [naam kind] is erg gemotiveerd voor de kappersopleiding. Het is positief dat hij vandaag of morgen bij Harreveld kan starten met de opleiding zorg en welzijn. Het is tekenend dat [naam kind] niet in gesprek is gegaan met de gedragswetenschapper. [naam kind] heeft eerder namelijk ook niet open gestaan voor de hulpverlening vanuit Ambulante Spoedhulp. Wanneer een gesprek over het onderwerp geld gaat, wordt zijn agressie getriggerd. Het is van belang dat in de komende periode wordt onderzocht waar het gedrag van [naam kind] vandaan komt, opdat gekeken kan worden wat hij nodig heeft om zijn gedrag te veranderen. Het is op dit moment te onveilig en onzeker om hem al terug naar huis te laten gaan. De GI hoopt dat er snel meer duidelijkheid komt over de oorzaken van het gedrag van [naam kind].

Het standpunt van belanghebbenden

De ouders hebben ter zitting naar voren gebracht dat zij hopen dat [naam kind] weer thuis komt wonen. [naam kind] heeft fouten gemaakt en dit heeft hij ook erkend. De ouders hebben afstand van [naam kind] genomen omdat zij bang waren voor zijn gedrag. De moeder heeft het gevoel dat [naam kind] spijt heeft en dat hij veranderd is. De moeder hoopt dat de periode in geslotenheid hem helpt om na te denken over zijn toekomst.
Namens en door [naam kind] is ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek. Een gesloten plaatsing is een laatste redmiddel. De ouders hebben ter zitting naar voren gebracht dat zij het graag weer willen proberen met [naam kind] in de thuissituatie, omdat zij het gevoel hebben dat hij veranderd is. De emoties zijn duidelijk zichtbaar bij de verschillende gezinsleden. [naam kind] heeft de afgelopen periode beseft dat het niet goed is wat hij heeft gedaan. Er is veel gebeurd in de afgelopen periode en dat is van invloed geweest op het gedrag van [naam kind]. De advocaat van [naam kind] acht het van belang dat [naam kind] een tweede kans krijgt om zich te bewijzen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er ernstige zorgen bestaan over [naam kind]. [naam kind] heeft zeer zorgelijk en agressief gedrag vertoond in de thuis-situatie bij de ouders. [naam kind] eiste voortdurend op agressieve wijze veel geld van de ouders en hij gaf geen openheid van zaken over waar hij dat geld voor nodig had. De hulpverlening in het vrijwillig kader heeft niet tot de beoogde veranderingen geleid. Ook de plaatsing van [naam kind] in de crisisopvang heeft hem niet tot rust kunnen brengen; hij liep daar weg en eiste opnieuw geld van de ouders. Vanwege zijn aanhoudende agressie en onvoorspelbaarheid is [naam kind] niet meer welkom bij de crisisopvang.
Als gevolg van de ernstige zorgen heeft de kinderrechter op 1 november jl. met spoed een machtiging gesloten jeugdhulp verleend. Sindsdien verblijft [naam kind] bij Harreveld. Hoewel [naam kind] heel graag naar huis wil acht de kinderrechter een thuisplaatsing op dit moment (nog) niet aan de orde. Het is positief om te horen dat de vriendin van [naam kind] een gunstige invloed op hem heeft en een mogelijke bijbaan voor hem heeft geregeld. Ook is het goed om te horen dat [naam kind] gemotiveerd is voor de kappersopleiding. Er is echter de afgelopen periode teveel gebeurd om er nu al van uit te kunnen gaan dat het thuis niet opnieuw escaleert. Daarbij moet ook gedacht worden aan het jongere thuiswonende broertje van [naam kind], die niet met spanningen mag worden geconfronteerd.
De kinderrechter zal – gelet op het bovenstaande - een machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, maar wel voor kortere duur dan is verzocht omdat er geen inhoudelijk gesprek tussen [naam kind] en de gedragswetenschapper heeft plaatsgevonden. Weliswaar is dit door toedoen van [naam kind], maar de kinderrechter houdt rekening met de omstandigheid dat [naam kind] ten tijde van het gesprek in quarantaine zat en niet op de hoogte was van de reden en het belang van het gesprek. Nu het een gesloten plaatsing betreft en dus sprake is van vrijheidsbeneming acht de kinderrechter het van belang dat alsnog een inhoudelijk gesprek tussen [naam kind] en de gedragswetenschapper plaatsvindt. De kinderrechter zal het verzoek van de Raad toewijzen tot 1 januari 2022 en het overig verzochte aanhouden tot de hierna genoemde zittingsdatum. Dit biedt [naam kind] de gelegenheid om te laten zien dat hij zich open opstelt, zich goed gedraagt en in gesprek gaat met de gedragswetenschapper. Afhankelijk van het gedrag van [naam kind] kan eventueel worden beoordeeld of er een veiligheidsplan kan worden opgesteld zodat kan worden toegewerkt naar een thuisplaatsing. Het is aan [naam kind] om zich te bewijzen.
De kinderrechter verzoekt de Raad om uiterlijk een week voor de hierna genoemde zittingsdatum recente informatie aan de kinderrechter, met afschrift daarvan aan de GI, de belanghebbenden en mr. J. van den Ende, te doen toekomen en daarbij te vermelden of het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd. Tevens verzoekt de kinderrechter een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper te overleggen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 9 november 2021 tot 1 januari 2022;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de behandeling van het overige verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de Raad, de GI, de belanghebbenden, [naam kind] en mr. J. van den Ende in deze zaak zal plaatsvinden op
16 december 2021 om 11:00 uurin het
gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de Raad, GI, de belanghebbenden en mr. J. van den Ende;
gelast de oproeping van [naam kind] tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
bepaalt dat de Raad uiterlijk op deze zitting een instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper dient te overleggen;
verzoekt de Raad uiterlijk een week voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de GI, de belanghebbenden en mr. J. van den Ende) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2021 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Beenakker als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 november 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.