In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 november 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 20 november 2021, en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om een verdere verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders, stiefouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren.
De feiten wijzen op een complexe situatie waarin [voornaam minderjarige] kampt met PTSS en hechtingsproblematiek, met kenmerken die ook kunnen passen bij autisme. De ouders zijn het erover eens dat de ondertoezichtstelling moet worden verlengd, omdat de communicatie tussen hen moeizaam verloopt en er behoefte is aan ondersteuning van een onafhankelijke partij. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig wordt bedreigd door de huidige situatie en dat de betrokkenheid van de jeugdbeschermer noodzakelijk is om de communicatie tussen de ouders te verbeteren.
De kinderrechter heeft op basis van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting geoordeeld dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling zijn vervuld. De ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] is verlengd tot 20 november 2022, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Beenakker als griffier. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.