Uitspraak
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
[gedaagde] ,
Verloop van de procedure
Omschrijving van het geschil
1. De feiten
Betalingsregeling
Uitgangspunten:
Grondwerk / bodemvoorzieningen
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 7 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een aannemer (eiseres) en een opdrachtgever (gedaagde) over een overeenkomst van aanneming van werk. De eiseres vorderde een bedrag van € 15.797,91 van de gedaagde, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, als gevolg van extra kosten die zijn ontstaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. De gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat de eiseres niet tijdig had gewaarschuwd voor prijsverhogingen en dat de kosten voor het verwijderen van grond voor rekening van de eiseres moesten komen. De rechter oordeelde dat de partijen een vaste aanneemsom waren overeengekomen en dat de eiseres niet had voldaan aan haar waarschuwingsplicht voor prijsverhogingen. De rechter wees een deel van de vordering van de eiseres af, maar kende een bedrag van € 591,54 toe aan de eiseres, vermeerderd met wettelijke rente. In reconventie vorderde de gedaagde een schadevergoeding van € 1.062,38 voor de vervangingskosten van twee pompen die tijdens de werkzaamheden waren beschadigd. De rechter oordeelde dat de gedaagde aansprakelijk was voor deze schade en kende het gevorderde bedrag toe, vermeerderd met wettelijke rente.