Op 15 november 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om de voortzetting van de op 10 november 2021 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, die transgender is en in een kwetsbare situatie verkeert. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 november 2021 zijn verschillende betrokkenen verschenen, waaronder de betrokkene zelf en zijn advocaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische verklaring die aan het verzoek was gehecht, onvoldoende onderbouwing bood voor de diagnose van een psychische stoornis. De rechtbank merkte op dat de beoordelend psychiater geen eigen waarnemingen had gedaan en dat de diagnose voornamelijk was gebaseerd op informatie van derden. De behandelend psychiater verklaarde dat er geen sprake was van een psychische stoornis, maar van psychische problematiek bij een jongeman die zich aan het gezag van zijn ouders onttrekt. De rechtbank concludeerde dat er geen grond was voor de voortzetting van de crisismaatregel en wees het verzoek af. De beschikking is op 15 november 2021 mondeling gegeven en op 22 november 2021 schriftelijk uitgewerkt.