In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 oktober 2021 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, vanwege zorgen over de opvoedomgeving en de emotionele ontwikkeling van [naam kind 1]. De moeder, die eerder verslaafd was aan cannabis, heeft inmiddels stappen gezet om haar situatie te verbeteren, maar de kinderrechter oordeelt dat de ontwikkeling nog pril is en dat er een risico op terugval bestaat. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toegewezen voor een kortere duur van zes maanden, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te beoordelen. De kinderrechter heeft ook bepaald dat de behandeling van het overige verzoek wordt aangehouden tot een pro forma datum op 1 april 2022, zodat er tijd is voor een persoonlijkheidsonderzoek bij de moeder en om de hulpverlening te evalueren. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.