Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..de onderlinge waarborgmaatschappij ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ
1..De procedure
- de dagvaarding van 16 juni 2020, met producties,
- het vonnis in incident van 16 december 2020, met de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 23 maart 2021 voor de mondelinge behandeling,
- de bij akte (B8-formulier) nagezonden producties 17 en 18 aan de zijde van [eiseres] ,
- het proces-verbaal van de op 12 juli 2021 gehouden mondelinge behandeling.
2..De feiten
3..Het geschil
toevoeging rb: het in 3.1. onder I gevorderde bedrag is lager, de rechtbank heeft hier geen verklaring voor gevonden in het dossier).
4..De beoordeling
€ 2.228,00 +(2 punten × tarief € 1.114,00)