In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 november 2021 een beschikking gegeven over de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 20 oktober 2021 een verzoek ingediend om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, in afwachting van de resultaten van een KSCD-onderzoek. Dit onderzoek is van belang om het perspectief van [voornaam minderjarige] en de benodigde behandeling vast te stellen. De moeder van [voornaam minderjarige] heeft verweer gevoerd tegen de verlenging, waarbij zij aangaf dat twee à drie maanden voldoende zou zijn voor de verblijfsduur bij Bergse Bos, waar [voornaam minderjarige] momenteel verblijft.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de resultaten van het KSCD-onderzoek nog niet definitief zijn en dat het belangrijk is om deze af te wachten voordat er een beslissing wordt genomen over de verdere verblijfsduur van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft daarom besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor een kortere duur van twee maanden, tot 10 februari 2022, en het resterende deel van het verzoek aan te houden. De kinderrechter heeft ook bepaald dat er een vervolgverhoor zal plaatsvinden op 21 januari 2022, waarbij de GI, de moeder, de advocaat en de vader aanwezig moeten zijn.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 17 november 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.