Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Vordering
- het vaststellen van het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e Sr wordt geschat op
- het opleggen aan de veroordeelde van de verplichting tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter ontneming van dat geschatte voordeel tot een bedrag van
3..Voorafgaande veroordeling
4..Standpunt van de verdediging
5..Beoordeling en berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel
6..Toerekening
€ 79.898,40.
7..Vaststelling van de betalingsverplichting
€ 79.898,40kan aan de veroordeelde worden opgelegd.
€ 74.898,40aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Bij deze beslissing zijn tevens de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde in aanmerking genomen.
8..Toepasselijk wettelijk voorschrift
9..Bijlage
10..Beslissing
€ 79.898,40(zegge: negenenzeventigduizend achthonderdachtennegentig euro en veertig cent);
€ 74.898,40(zegge: