ECLI:NL:RBROT:2021:1188
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verklaring van rijgeschiktheid na alcoholmisbruik en psychiater rapport
Op 15 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiser had een verklaring van rijgeschiktheid voor bepaalde tijd aangevraagd, die hem was verleend tot en met 29 februari 2020, na een psychiateronderzoek dat alcoholmisbruik in het verleden aantoonde. Eiser maakte bezwaar tegen het besluit van het CBR, dat zijn bezwaar ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 27 januari 2021 werd eiser bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank overwoog dat eiser belang had bij de beoordeling van het beroep, omdat hij een verklaring voor onbepaalde tijd wilde verkrijgen.
De rechtbank beoordeelde of het CBR in redelijkheid had kunnen besluiten tot een termijnbeperking van een jaar. De psychiater had in zijn rapporten geconcludeerd dat er sprake was van alcoholmisbruik in ruime zin, maar dat dit in langdurige remissie was. Eiser betwistte de conclusies van de psychiater en stelde dat de rapportages onvoldoende concludent waren. De rechtbank oordeelde dat de psychiater de rapportages op een zorgvuldige manier had opgesteld en dat er voldoende aanwijzingen waren voor de diagnose alcoholmisbruik. De rechtbank volgde de redenering van het CBR en concludeerde dat het besluit tot een termijnbeperking van een jaar rechtmatig was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.