ECLI:NL:RBROT:2021:11897

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 november 2021
Publicatiedatum
2 december 2021
Zaaknummer
C/10/628197 / JE RK 21-2920
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 11 november 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [naam kind], geboren in 2007, die verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp, Schakenbosch. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, tot 4 februari 2022. Dit besluit volgde op een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, die aangaf dat er sprake is van complexe problematiek bij [naam kind]. Hij vertoont zeer zelfbepalend gedrag, weigert hulp te accepteren en heeft een lange geschiedenis van antisociaal gedrag, waaronder meerdere strafbare feiten en politieregistraties. De moeder van [naam kind] heeft aangegeven dat zij het moeilijk vindt om haar gezag uit te oefenen en dat er een voortdurende strijd is geweest met haar kind. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van [naam kind] in de thuissituatie zijn ontwikkeling ernstig bedreigt en dat hij niet openstaat voor behandeling. De kinderrechter oordeelt dat een periode van vier weken voor de gesloten jeugdhulp te kort is en dat het noodzakelijk is om de gedragsproblemen van [naam kind] aan te pakken vanuit een veilige en stabiele omgeving. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/628197 / JE RK 21-2920
datum uitspraak: 11 november 2021

Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2007 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder].

Het verdere procesverloop

Het verdere procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 4 november 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken,
- de verklaring d.d. 5 november 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder,
- de instemmende verklaring d.d. 8 november 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 11 november 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], die voorafgaand aan de zitting in bijzijn van mr. R.W. de Gruijl ook apart is gehoord,
- de moeder, bijgestaan door mr. N. Aydogan-Kütük, advocaat te Rotterdam,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1],
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, [naam 2].

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp, te weten Schakenbosch.
Bij beschikking van 4 november 2021 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot 4 februari 2022. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 4 november 2021 voor de duur van vier weken, te weten tot 2 december 2021, waarbij het overige verzochte is aangehouden.

Het verzoek

De Raad heeft verzocht om een machtiging te verlenen voor verblijf in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot
4 februari 2022.

Het standpunt van de Raad

De Raad handhaaft ter zitting het verzoek en licht het als volgt toe. Er is sprake van complexe problematiek. [naam kind] laat zeer zelfbepalend gedrag zien. Hij wil geen hulp accepteren en heeft niet mee willen werken aan een vrijwillige plaatsing binnen een drie-milieuvoorziening bij Harreveld. Het lukt de moeder onvoldoende om haar gezag uit te oefenen. [naam kind] gaat al twee jaar niet naar school. Hij ziet de noodzaak van onderwijs niet en laat zich niet aansturen. [naam kind] heeft meerdere strafbare feiten gepleegd en heeft 116 politieregistraties achter zijn naam staan. De hulpverlening in het vrijwillige kader heeft niet tot verbetering in het gedrag van [naam kind] geleid. Er is een persoonlijkheidsonderzoek beschikbaar van maart 2021. Er zijn handvaten voor de hulpverlening om met [naam kind] aan de slag te gaan.

Het standpunt van de GI

De GI sluit zich aan bij het verzoek van de Raad. Binnen het vrijwillige kader was een plaatsing binnen een drie-milieuvoorziening een laatste mogelijkheid, waarbij aan het einde van het traject het hele gezin behandeling zou krijgen. [naam kind] heeft geweigerd hier aan mee te werken. Het is nu belangrijk dat [naam kind] binnen de kaders van de gesloten jeugdhulp volgens een normaal ritme gaat functioneren, naar school gaat en gemotiveerd raakt voor enige vorm van hulpverlening.

Het standpunt van de moeder

De moeder deelt, deels bij monde van haar advocaat, mee dat het afgelopen twee jaar een voortdurende strijd is geweest met [naam kind]. De moeder is van mening dat bij [naam kind] geen sprake is van onwil maar van onmacht. De moeder ziet in dat een gesloten plaatsing een laatste redmiddel is. Zij is echter van mening dat een gesloten plaatsing voor de duur van drie maanden te lang is. Zij kan instemmen met een gesloten plaatsing voor de duur van vier weken. De moeder hoopt dat [naam kind] zich binnen de gesloten jeugdhulp gaat bewijzen en dat hij eerder naar een open groep kan en van daaruit door kan stromen naar huis.

Het standpunt van [naam kind]

Door en namens [naam kind] opgemerkt dat [naam kind] de gevolgen heeft ondervonden van een gesloten plaatsing. Hij kan instemmen met een gesloten plaatsing voor de duur van vier weken en verzoekt afwijzing van het resterende deel van het verzoek. [naam kind] wil graag nog een kans krijgen. Hij wil graag terug naar huis. [naam kind] wil zich inzetten om het vertrouwen van de volwassenen om hem heen terug te winnen.

De verdere beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hier sprake van is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind] binnen de thuissituatie wordt bedreigd in zijn algehele ontwikkeling. Hij gaat al ruim twee jaar niet naar school, toont zeer zelfbepalend gedrag en loopt met grote regelmaat in de avond en nacht weg van huis, waarbij hij zich ophoudt met antisociale jongeren en in aanraking komt met de politie. [naam kind] onttrekt zich aan al zijn verplichtingen, waaronder het uitvoeren van zijn taakstraf, omdat hij hier niet voor gemotiveerd is. De hulpverlening in het vrijwillige kader komt niet van de grond, omdat [naam kind] hier niet aan meewerkt. Binnen het kader van het jeugdstrafrecht is er onvoldoende mogelijk om het gedrag van [naam kind] bij te sturen. Ook is de moeder niet in staat gebleken haar gezag te doen gelden en de situatie te doorbreken. [naam kind] staat tot op heden niet open voor behandeling en wil niet meewerken aan een open plaatsing.
De kinderrechter gaat voorbij aan het verzoek van de moeder en [naam kind] om de termijn te beperken tot vier weken. Hoewel invoelbaar, is de kinderrechter van oordeel dat [naam kind] en zijn moeder daarmee volledig miskennen dat het noodzakelijk is om de ingesleten gedragsproblemen van [naam kind] en de houding van de moeder daartegenover te veranderen en bij te stellen. Het is van belang dat vanuit een veilige en stabiele plek de veiligheid van [naam kind] wordt gewaarborgd en zijn schoolgang kan worden hervat. De kinderrechter is van oordeel dat [naam kind] op dit moment nog teveel opstandig gedrag vertoont. [naam kind] zal moeten leren dat aan het maken van fouten ook consequenties verbonden zijn. Hij zal moeten laten zien dat hij het vertrouwen verdient, goede keuzes kan maken en zich aan afspraken kan houden. Een periode van vier weken is daarvoor te kort. De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van de voorlopige ondertoezichtstelling.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 11 november 2021 tot 4 februari 2022 betreffende de minderjarige [naam kind].
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2021 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Borges Dias als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 november 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.