Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 21 januari 2021
- de akte houdende overlegging producties (1 t/m 11) tevens akte houdende vermeerdering van eis
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in reconventie (met producties 1 t/m 6)
- de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte houdende vermindering van eis (met producties 12 en 13)
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens houdende conclusie van repliek in reconventie (met producties 7a t/m 8)
- de conclusie van dupliek in reconventie (met producties 14 t/m 16).
2..De feiten
3..Het geschil
in conventie
4..De beoordeling
Begrepen [naam schip 2] . Eenmaal uitvaart Centrale Geul nog op 1.500 meter richting Oude Maas”. De [naam schip 1] vaart op dat moment nog steeds in de bakboordzijde van het vaarwater van de centrale geul Botlek met een koers van 87º over de grond.
die binnenvaart”, verduidelijkt in “
die uitvaart centrale geul”, ook van haar af weet.
lch bin mit bestimmung Alte Maas, ich denke das schaffe ich noch vorher". De Sector antwoordt dat hij gewoon kan uitkomen als hij maar goed de oostzijde houdt. De schipper van de [naam schip 1] zegt om 01:13:08 vervolgens: "
Ja machen wir' en de [naam schip 2] bevestigt dit om 01:13:12 met de woorden "
Ja [naam schip 2] meegekregen".
die binnenvaart”) rond 01:12:30, weerhield de [naam schip 1] er niet van om nog verder bakboord uit te gaan over de as van het vaarwater. Pas omstreeks 01:14.00 uur is te zien dat de koers van de [naam schip 1] iets naar stuurboord gaat. Deze 1,5 minuut (Büchner gaat ten onrechte uit van 42 seconden omdat zij ten onrechte pas uitgaat van de afspraak met de verkeerspost) kan niet volledig verklaard worden door de tijd die de stuurinrichting nodig had om een koerswijziging in te zetten. Bovendien merkt Langh Ship terecht op dat als de stuurinrichting traag reageert, dat voor de schipper van de [naam schip 1] al helemaal aanleiding had moeten zijn om niet de bakboordzijde van het vaarwater op te zoeken. De rechtbank concludeert dat de [naam schip 1] aldus gehandeld heeft in strijd met de beginselen van goede zeemanschap (artikel 1.04 BPR) en zijn schipper de gevaarlijke situatie heeft doen ontstaan.
57.167,55
- buitengerechtelijke incassokosten € 1.687,19
- vertaalkosten 872,62
- kosten opvragen incidentregistratie 606,80
1.442,-
5..De beslissing
€ 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Büchner niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;