ECLI:NL:RBROT:2021:11928

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 oktober 2021
Publicatiedatum
3 december 2021
Zaaknummer
9263402
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur voor fysiotherapeutische behandeling en bijkomende kosten

In deze zaak heeft Infomedics B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde wegens een betalingsachterstand voor een fysiotherapeutische behandeling. De gedaagde had op 15 oktober 2020 een behandeling ondergaan bij Fysiowereld, waarvan de kosten door Infomedics zijn gefactureerd. De factuur van 6 november 2020, ter hoogte van € 76,50, werd niet tijdig betaald, ondanks meerdere aanmaningen. Infomedics vorderde in totaal € 117,20, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten van € 40,00.

De gedaagde erkende de hoofdsom van de vordering, maar betwistte de bijkomende kosten. Hij gaf aan dat hij de factuur was vergeten te betalen en dat hij bereid was om contant te betalen, maar dat hij niet op tijd bij het hoofdkantoor kon komen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling en dat de vordering van Infomedics gegrond was. De kantonrechter wees de vordering toe, inclusief de gevorderde rente en de buitengerechtelijke kosten, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten.

De uitspraak werd gedaan door de kantonrechter op 29 oktober 2021, waarbij de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9263402 \ CV EXPL 21-19601
uitspraak: 29 oktober 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V., m.h.o.d.n.
Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 18 mei 2021,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Infomedics’ respectievelijk ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding, met producties;
  • de aantekeningen van de griffier van het op de rolzitting van 10 juni 2021 door [gedaagde] gegeven mondelinge antwoord;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de schriftelijke reactie op repliek van [gedaagde] van 18 augustus 2021.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In deze procedure wordt van het volgende uitgegaan.
2.1.
Op 15 oktober 2020 heeft [gedaagde] een fysiotherapeutische behandeling gehad bij Fysiowereld (hierna: de zorgverlener).
2.2.
De zorgverlener heeft haar vordering op [gedaagde] gecedeerd aan Infomedics.
2.3.
Bij factuur van 6 november 2020 met factuurnummer [nummer factuur] heeft Infomedics een bedrag van in totaal € 76,50 bij [gedaagde] in rekening gebracht ter zake van voornoemde fysiotherapeutische behandeling.

3..De vordering

3.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 117,20, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 76,50 vanaf 5 mei 2021 totdat de vordering helemaal betaald is, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Aan haar vordering heeft Infomedics - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.1.
[gedaagde] is, ondanks aanmaning en sommatie, in gebreke gebleven met de tijdige en volledige betaling van de door Infomedics aan hem verzonden factuur van 6 november 2020 voor een totaalbedrag van € 76,50.
3.2.2.
Door de wanbetaling van [gedaagde] zag Infomedics zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke kosten te maken. Op 12 april 2021 is [gedaagde] voor de laatste maal aangemaand met een veertiendagenbrief. Infomedics maakt op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten aanspraak op betaling van buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 40,00 door [gedaagde] .
3.2.3.
Verder maakt Infomedics aanspraak op de wettelijke rente over € 76,50, waaronder een bedrag van € 0,70 aan vervallen rente berekend tot 5 mei 2021.

4..Het verweer

4.1.
[gedaagde] erkent de vordering voor wat betreft de hoofdsom, maar betwist dat hij de bijkomende kosten verschuldigd is en heeft daartoe - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende aangevoerd.
4.2.
[gedaagde] was vergeten de factuur te betalen. Op het moment dat hij hier bekend mee werd, was hij bereid om de vordering via een contante betaling te verrichten. Op het kantoor aangekomen ter betaling van de openstaande vordering, werd hij verwezen naar de locatie van het hoofdkantoor, omdat hij alleen daar contant kon betalen. Het lukte niet meer om op dezelfde dag daar langs te gaan. De daarop volgende dag werd de hoofdsom vermeerderd met de bijkomende kosten. Hij is het niet eens met deze vermeerdering van de kosten.

5..De beoordeling

5.1.
[gedaagde] heeft de verschuldigdheid en de hoogte van het aanvankelijk bij hem in rekening gebrachte bedrag van € 76,50 voor de fysiotherapeutische behandeling op 15 oktober 2020 niet betwist. De vordering tot betaling van de hoofdsom van € 76,50 zal dan ook als op de wet gegrond worden toegewezen.
5.2.
In het mondelinge antwoord van [gedaagde] van 10 juni 2021, maakt hij bezwaar tegen de bijkomende kosten. De kantonrechter verstaat dat dit bezwaar niet ziet op de buitengerechtelijke kosten op basis van de schriftelijke reactie van [gedaagde] van 18 augustus 2021, waarin hij de vordering van Infomedics ter hoogte van € 110,00, aldus inclusief buitengerechtelijke kosten, erkent en stelt bereid te zijn tot betaling van dit bedrag. De gevorderde buitengerechtelijke kosten dienen beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Op 12 april 2021 is aan [gedaagde] een aanmaning verzonden, die voldoet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen. [gedaagde] heeft niet weersproken dat hij deze aanmaning heeft ontvangen, waardoor van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagde] wordt uitgegaan. Daarnaast staat vast dat [gedaagde] niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn tot volledige betaling van de gevorderde hoofdsom is overgegaan. Het bedrag van € 40,00 aan vergoeding voor buitengerechtelijke kosten komt overeen met het in het Besluit genoemde tarief en wordt dan ook toegewezen.
5.3.
Het verzuim van [gedaagde] staat vast, zodat de gevorderde rente tot 5 mei 2021 van € 0,70 eveneens zal worden toegewezen zoals onder de beslissing staat vermeld. De gevorderde rente over de hoofdsom vanaf 5 mei 2021 tot de dag van algehele voldoening wordt eveneens als onweersproken en op de wet gegrond toegewezen.
5.4.
In de schriftelijke reactie van [gedaagde] van 18 augustus 2021 maakt hij bezwaar tegen de extra kosten. De kantonrechter verstaat dat hij daarbij verwijst naar de brief van 11 maart 2021 van het Centraal Medisch Incassobureau (‘CMIB’), waarin het CMIB opnieuw een termijn biedt om de openstaande vordering van de hoofdsom inclusief buitengerechtelijke kosten te voldoen. Het CMIB vermeldt in haar brief dat het uitblijven van betaling van deze kosten binnen de gestelde termijn er toe zal leiden dat er een gerechtsdeurwaarder wordt ingeschakeld en er een gerechtelijke procedure gestart wordt waarvan de kosten minstens € 230,00 bedragen. Infomedics stelt nadien geen betaling van [gedaagde] ontvangen te hebben, waarna zij zich genoodzaakt zag de vordering uit handen te geven aan haar incassogemachtigde. Na het uitbrengen van het dagvaardingsexploot op 18 mei 2021 zouden partijen telefonisch contact hebben gehad en zou [gedaagde] bevestigd hebben het gehele openstaande bedrag uiterlijk 10 juni 2021 te betalen, aldus Infomedics bij conclusie van repliek. [gedaagde] heeft deze gang van zaken niet betwist in zijn schriftelijke reactie van 18 augustus 2021. De kantonrechter volgt daarom de stelling van Infomedics en stelt vast dat [gedaagde] ondanks meerdere aanmaningen in gebreke is gebleven met de betaling van de verschuldigde hoofdsom. Derhalve kan niet worden gezegd dat Infomedics nodeloos tot dagvaarden is overgegaan.
5.5.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, bestaande uit verschotten en gemachtigdensalaris. De verschotten zijn vastgesteld op € 126,00 aan griffierecht en € 89,44 aan toewijsbare exploot- en informatiekosten. Het salaris voor de gemachtigde van Infomedics wordt begroot op (2 punten à € 37,00) in totaal € 74,00.

6..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen € 117,20, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over € 76,50 vanaf 5 mei 2021 totdat de vordering helemaal is betaald;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 215,44 aan verschotten en € 74,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.L.M. van der Wildt en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
50724