In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. De eiseres, Zilveren Kruis, had de gedaagde gedagvaard wegens een betalingsachterstand van zorgpremies en eigen risico, die was ontstaan tussen april 2013 en november 2019. De gedaagde had eerder een betalingsregeling getroffen, maar deze was vervallen omdat hij drie nieuwe facturen niet had betaald. Zilveren Kruis vorderde een totaalbedrag van € 1.641,99, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de feiten niet heeft betwist en dat hij gehouden is de verschuldigde bedragen te betalen. De rechter heeft de vordering van Zilveren Kruis grotendeels toegewezen, inclusief de wettelijke rente en een deel van de gevorderde incassokosten. De kantonrechter heeft de gedaagde in de proceskosten veroordeeld en hem in overweging gegeven om opnieuw contact op te nemen met de gemachtigde van Zilveren Kruis om een nieuwe betalingsregeling te treffen.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de gedaagde onder de zorgverzekeringsovereenkomst en de gevolgen van wanbetaling, evenals de voorwaarden waaronder buitengerechtelijke incassokosten kunnen worden toegewezen. De rechter heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom en de rente toegewezen, maar een deel van de gevorderde incassokosten afgewezen, omdat deze niet aan de wettelijke eisen voldeden.