ECLI:NL:RBROT:2021:12042

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 november 2021
Publicatiedatum
7 december 2021
Zaaknummer
C/10/629128 / FA RK 21-8773
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 november 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een wijziging van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die op 11 november 2021 een zorgmachtiging had gekregen, waarbij verplichte zorg werd opgelegd om ernstig nadeel te voorkomen. De officier van justitie verzocht om wijziging van deze zorgmachtiging, omdat de reeds toegewezen vormen van zorg niet afdoende bleken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de omstandigheden, zoals beschreven in de zelfbindingsverklaring van de betrokkene, zich voordoen en dat er een noodsituatie is ontstaan. De betrokkene was op dat moment opgenomen op de Intensive Care en vertoonde ernstig ontregeld gedrag, waardoor de eerder toegewezen zorg niet volstond. De rechtbank heeft de verzoeken van de zorgverantwoordelijke en de geneesheer-directeur in overweging genomen en geconcludeerd dat insluiting noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging gewijzigd en bepaald dat de insluiting kan plaatsvinden tot en met 6 januari 2022. Deze beslissing is mondeling gegeven door rechter M. van Kuilenburg, in aanwezigheid van griffier A. Dinzey, en schriftelijk uitgewerkt op 2 december 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/629128 / FA RK 21-8773
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 november 2021 betreffende een wijziging van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene],
thans verblijvende in Yulius, locatie De Gantel te Sliedrecht,
advocaat mr. J.I. Echteld te 's-Gravenhage.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 23 november 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 22 november 2021;
  • het zorgplan van 22 november 2021;
  • de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 22 november 2021;
  • het advies van de geneesheer-directeur van 22 november 2021.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 november 2021. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam], verpleegkundig specialist, verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 11 november 2021 een zorgmachtiging afgegeven. Daarbij is bepaald dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles. In geval van opname en niet vrijwillig meewerken aan geadviseerde medicatie; daarbij sterke voorkeur voor medicatie in tabletvorm; slaapmedicatie zoals temazepam, kalmeringsmiddelen zoals lorazepam en antipsychotica risperidon of paliperidon; in uiterste nood lorazepam per injectie. Geen haloperidol (niet oraal en niet per injectie).
  • het beperken van de bewegingsvrijheid. Bij opname is verblijf op een gesloten afdeling het beste, in het uiterste geval kan verblijf binnen de IC-afdeling nodig zijn.
  • het onderzoek aan kleding of lichaam (tijdens opname kan dit nodig zijn).
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen (tijdens opname kan dit nodig zijn).
  • het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen (tijdens opname kan dit nodig zijn).
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen. Tijdens opname dringend adviseren geen gebruik te maken van sociale media op telefoon of computer; als daaraan geen gehoor gegeven wordt telefoon innemen en twee keer per dag onder toezicht telefoon laten controleren op binnengekomen oproepen en berichten.
  • het opnemen in een accommodatie. Opname bij gevaarzettend gedrag ten gevolge van een manische psychose
Tijdens de mondelinge behandeling van het vorige verzoek betreffende een wijziging van een zorgmachtiging naar aanleiding van een zelfbindingsverklaring heeft de officier de aanvankelijk verzochte vorm van verplichte zorg, te weten insluiting, ingetrokken. De behandelaar had tijdens de behandeling aangegeven dat, hoewel het lastig kan worden om een opname van betrokkene zonder insluiting te realiseren, hij meer verwachtte van het kunnen toedienen van de benodigde medicatie. Mocht zich op een later moment een (dreigende) noodsituatie voordoen, dan zou op grond van artikel 8:11 Wvggz tijdelijk verplichte zorg in de vorm van insluiting aan betrokkene kunnen worden verleend, waarna een wijziging van de zorgmachtiging kan worden verzocht. Zo’n situatie doet zich nu voor.
2.2.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, die door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
Betrokkene is op 19 november 2021 op de Intensive Care opgenomen. Zij was zeer ontremd richting de hele omgeving. Betrokkene weigerde de oraal aangeboden medicatie, te weten risperidon en lorazepam. Deze medicatie staat in haar zelfbindingsverklaring opgenomen. Betrokkene wilde niet in samenwerking gaan, schold verpleegkundigen uit en sprak met luide stem. Betrokkene komt te dichtbij in contact. Zij gaat neus aan neus staan met de persoon tegenover haar, wat dreigend aanvoelt. Betrokkene vertoont grensoverschrijdend en afdelingsontwrichtend gedrag. Betrokkene wilde geen medicatie, gaat van de hak op de tak en kan haar aandacht niet vasthouden. Inmiddels neemt betrokkene haar medicatie weer. Betrokkene is gedesorganiseerd en vertoont een floride psychotisch beeld met veel wanen. De extra beveiligde kamer zorgt voor een prikkelarme omgeving, van waaruit betrokkene zo snel mogelijk kan herstellen.
2.3.
Teneinde deze noodsituatie af te wenden, heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:
- insluiting
2.4.
Gebleken is dat deze vormen van zorg, die niet zijn opgenomen in de zorgmachtiging, ook na verloop van drie dagen mogelijk moeten worden voortgezet. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de verpleegkundig specialist aangegeven dat uit het verleden is gebleken dat er bij betrokkene sprake kan zijn van een terugval en dan moet het mogelijk zin om betrokkene opnieuw te kunnen insluiten. De in het verzoekschrift opgenomen vorm van verplichte zorg is gebaseerd op de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, het advies van de geneesheer-directeur en het zorgplan.
Deze vorm van verplichte zorg is door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het insluiten.
2.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze aanvullende vormen van verplichte zorg. Uit het zorgplan blijkt dat betrokkene momenteel ernstig manisch ontregeld is, zodanig dat de besproken vormen van verplichte zorg, conform de zelfbindingsverklaring, ontoereikend zijn.
2.6.
Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging ten aanzien van 11 november 2021 ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd, in die zin dat in aanvulling op de bij beschikking van 11 november 2021 opgenomen vormen van verplichte zorg de volgende maatregel kan worden getroffen:
- het insluiten.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 januari 2022.
Deze beschikking is op 25 november 2021 mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, rechter, in tegenwoordigheid van A. Dinzey, griffier, en op 2 december 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.